Antwoord:
Uitleg:
Enkelvoudige rente
Steek uw gegevens in uw vergelijking.
Verdubbel eerst 9000 bij 0,08 om te vereenvoudigen om te isoleren voor t.
Verdeel 180 bij 720 om te isoleren voor t.
Bron en voor meer info:
Suki Hiroshi heeft een investering van $ 2500 gedaan tegen een jaarlijkse eenvoudige rentevoet van 7%. Hoeveel geld heeft zij geïnvesteerd tegen een jaarlijkse enkelvoudige rentevoet van 11% als de totale rente 9% van de totale investering bedraagt?
Suki investeerde $ 2500 tegen een jaarlijkse rente van 11% per jaar voor dezelfde periode om 9% jaarlijkse rente op het totale inkomen van $ 5000 te verdienen. Laat $ x werd geïnvesteerd in 11% voor t jaar Rente in investering van $ 2500,00 voor t jaar tegen 7% rente is I_7 = 2500 * 7/100 * t. Rente in investering van $ x voor t jaar tegen 11% rente is I_11 = x * 11/100 * t. Rente in investering van $ x voor t jaar tegen 9% rente is I_9 = (x + 2500) * 9/100 * t. Door gegeven voorwaarde I_7 + I_11 = I_9 of: .2500 * 7 / cancel100 * cancelt + x * 11 / cancel100 * cancelt = (x + 2500) * 9 / cancel100 * cancelt:. 2500 * 7
Tracy investeerde 6000 dollar voor 1 jaar, gedeeltelijk tegen 10% jaarlijkse rente en het saldo tegen 13% jaarlijkse rente. Haar totale rente voor het jaar is 712,50 dollar. Hoeveel geld investeerde ze in elk tarief?
$ 2250 @ 10% $ 3750 @ 13% Laat x het belegde bedrag zijn bij 10% => 6000 - x is het belegde bedrag bij 13% 0,10x + 0,13 (6000 -x) = 712,50 => 10x + 13 (6000 -x) = 71250 => 10x + 78000 - 13x = 71250 => -3x + 78000 = 71250 => 3x = 78000 - 71250 => 3x = 6750 => 2250 => 6000 - x = 3750
Sam investeert $ 6000 in schatkistbiljetten en obligaties. De notes betalen een jaarlijkse rente van 8% en de obligaties betalen een jaarlijkse rente van 10%. Als de jaarlijkse rente $ 550 is, hoeveel wordt er belegd in obligaties?
$ 3500 in obligaties. 8% = vermenigvuldigen met 0,08 10% = vermenigvuldigen met 0,10 Laat x het bedrag in bankbiljetten zijn en y de hoeveelheid in obligaties. x + y = 6000 0,08x + 0,10y = 550 Vermenigvuldig de tweede vergelijking met 10: 0,8x + y = 5500 impliceert y = 5500 - 0,8x Vervang in voor y in de eerste vergelijking: x + (5500 - 0,8x) = 6000 0.2x = 500 Vermenigvuldig beide zijden met 5: x = 2500 betekent y = 3500