Twee hoeken van een gelijkbenige driehoek staan op (4, 8) en (1, 3). Als het gebied van de driehoek 2 is, wat zijn de lengten van de zijden van de driehoek?

Twee hoeken van een gelijkbenige driehoek staan op (4, 8) en (1, 3). Als het gebied van de driehoek 2 is, wat zijn de lengten van de zijden van de driehoek?
Anonim

Antwoord:

De lengten van de zijden van de driehoek zijn # AC = BC = 3.0, AB = 5.83 #

Uitleg:

Laat ABC de isocelles-driehoek zijn waarvan AB basis is en AC = BC en de hoeken A zijn#(4,8)# en B #(1,3)#. Baseren # AB = sqrt ((3-8) ^ 2 + (1-4) ^ 2) = sqrt 34 # Laat CD de hoogte (h) zijn die wordt getrokken uit hoek C op AB op punt D, wat het middelpunt is van AB. Wij weten #area = 1/2 * AB * h # of # 2 = sqrt34 * h / 2 of h = 4 / sqrt34 # Vandaar kant # AC ^ 2 = (sqrt34 / 2) ^ 2 + (4 / sqrt34) ^ 2 of AC = 3.0 = BC # sinds # AC ^ 2 = AD ^ 2 + CD ^ 2 # #:.AC = BC = 3.0, AB = sqrt 34 = 5.83 # Ans