Door een of meer elektronen te delen.
Laten we Fluorine nemen (F). Het heeft 7 elektronen in zijn buitenste schil, maar het "wil" 8 hebben (de octetregel). Nu met een ander F-atoom kan het elk een elektron delen en "doen alsof" ze allebei 8 hebben.
Mijn scheikundeleraar legde dit analoog uit: als twee ijsberen allebei een kaal stukje huid hebben, kunnen ze deze vetgedrukte vlekken tegen elkaar plaatsen en blijven beide warm.
Het edelgasxenon vormt verschillende verbindingen (meestal met zuurstof of fluorine), maar neon, dat ook een edelgas is, vormt geen verbindingen. Waarom? Waarom kon NeF4 niet op dezelfde manier als XeF4 worden gevormd?
Neon vormt geen verbindingen zoals xenon omdat neon zijn elektronen veel strakker houdt dan xenon. Kort antwoord: Neon houdt zijn elektronen te strak vast. Ne is een klein atoom. De elektronen bevinden zich dicht bij de kern en worden stevig vastgehouden. De ionisatie-energie van Ne is 2087 kJ / mol. Xe is een groot atoom. De elektronen bevinden zich ver van de kern en worden minder strak vastgehouden.De ionisatie-energie van Xe is 1170 kJ / mol. Een xenon-atoom kan dus enige controle over zijn elektronen opgeven voor een zeer elektronegatief fluoratoom en XeF vormen. Maar zelfs fluor is niet sterk genoeg om de elektronend
Waarom zijn covalente verbindingen niet geleidend?
Om een elektrisch geleidingsvermogen te hebben, moet je vrij stromende elektronen hebben of een "zee van elektronen", maar covalente banden hebben het niet omdat het het delen van elektronen is en geen elektronen in verloren gaan
Waarom hebben organische verbindingen een hoger smeltpunt en kookpunt dan anorganische verbindingen?
Organische verbindingen hebben geen hoger smelt- en kookpunt, anorganische verbinding wel. Het komt door het verschil in chemische bindingen. Anorganische verbindingen zijn meestal gemaakt van sterke ionische bindingen, waardoor ze een zeer hoog smelt- en kookpunt hebben. Aan de andere kant zijn organische verbindingen gemaakt van relatief zwakke covalente bindingen, wat de oorzaak is van hun lage smelt- en kookpunt.