Antwoord:
ik heb
Uitleg:
In 1990 is de bevolking te vinden door te stellen
In 1991 gebruiken we
een toename van:
Dit vertegenwoordigt:
De bevolking van een cit groeit met een snelheid van 5% per jaar. De bevolking in 1990 was 400.000. Wat zou de voorspelde huidige bevolking zijn? In welk jaar zouden we voorspellen dat de bevolking 1.000.000 zou bereiken?
11 oktober 2008. Groeipercentage voor n jaar is P (1 + 5/100) ^ n De startwaarde van P = 400 000, op 1 januari 1990. Dus we hebben 400000 (1 + 5/100) ^ n Dus we moet n bepalen voor 400000 (1 + 5/100) ^ n = 1000000 Deel beide zijden met 400000 (1 + 5/100) ^ n = 5/2 Nemen van logboeken n ln (105/100) = ln (5/2 ) n = ln 2,5 / ln 1,05 n = 18.780 jaar progressie tot 3 decimalen Het jaar is dus 1990 + 18.780 = 2008.78 De bevolking bereikt tegen 11 oktober 2008 1 miljoen.
Een auto daalt met een snelheid van 20% per jaar. Aan het einde van elk jaar is de auto vanaf het begin van het jaar 80% van zijn waarde waard. Welk percentage van de oorspronkelijke waarde is de auto waard aan het einde van het derde jaar?
51,2% Laten we dit modelleren met een afnemende exponentiële functie. f (x) = y keer (0.8) ^ x Waarbij y de startwaarde van de auto is en x de tijd is die verstreken is in jaren sinds het jaar van aankoop. Dus na 3 jaar hebben we het volgende: f (3) = y keer (0.8) ^ 3 f (3) = 0.512y Dus de auto heeft slechts 51,2% van zijn oorspronkelijke waarde na 3 jaar.
Penny keek naar haar klerenkast. Het aantal jurken dat ze bezat, was 18 meer dan het dubbele van het aantal kleuren. Het aantal jurken en het aantal pakken bedroeg samen 51. Wat was het nummer van elk exemplaar dat ze bezat?
Penny bezit 40 jurken en 11 pakken. Let d and s zijn respectievelijk het aantal jurken en pakken. Er wordt ons verteld dat het aantal jurken 18 meer dan tweemaal het aantal kleuren is. Daarom: d = 2s + 18 (1) Er wordt ons ook verteld dat het totale aantal jurken en pakken 51 is. Daarom is d + s = 51 (2) Van (2): d = 51-s Vervanging van d in (1 ) hierboven: 51-s = 2s + 18 3s = 33 s = 11 Vervangen voor s in (2) hierboven: d = 51-11 d = 40 Het aantal jurken (d) is dus 40 en het aantal kleuren (s) ) is 11.