De som van drie getallen is 26. Het tweede getal is tweemaal het eerste en het derde getal is 6 meer dan het tweede. Wat zijn de nummers ??

De som van drie getallen is 26. Het tweede getal is tweemaal het eerste en het derde getal is 6 meer dan het tweede. Wat zijn de nummers ??
Anonim

Antwoord:

4,8,14

Uitleg:

Ten eerste moeten we proberen een vergelijking te maken. Laten we beginnen met het eerste nummer.

Omdat we geen idee hebben wat het eerste getal is (voorlopig), kunnen we het x noemen.

Omdat we geen idee hebben wat het tweede nummer is (voorlopig), maar we weten wel dat het twee keer de eerste is, we kunnen het 2x noemen.

Omdat we niet zeker weten wat het derde getal is, kunnen we het 2x + 6 noemen (omdat het exact hetzelfde nummer is als het tweede nummer, alleen met zes).

Laten we nu onze vergelijking vormen!

# X + 2x + 2x + 6 = 26 #.

We moeten eerst de x isoleren om …

# X + 2x + 2x = 20 # (Ik heb 6 aan beide kanten afgetrokken).

Combineer dezelfde termen …

# 5x = 20 #

Verdeel beide kanten door 5 …

# X = 4 #.

Nu kunnen we het aansluiten op de vergelijking!

Het eerste nummer is x, dus # X = 4 #, daarom is het eerste nummer 4.

Het tweede nummer is 2x en # X = 4 #, daarom #2(4)=8# dus het tweede nummer is 8.

Het laatste nummer is 2x + 6 en # X = 4 #, dus #2(4)+6=14#.

Gewoon om te controleren …

14+8+4=26.

Daarom zijn de antwoorden 4,8 en 16.

Antwoord:

De drie nummers zijn # 4, 8 en 14 #.

Uitleg:

(i) Laat het eerste nummer zijn #een#.

(ii) Het tweede nummer is het dubbele van het eerste.

Tweede cijfer = # 2a #.

en

(iii) Het derde getal is 6 meer dan het tweede.

Dus het derde getal is = # 2a + 6 #

De som van drie getallen is 26.

# daarom a + 2a + (2a + 6) = 26 #

# => a + 2a + 2a + 6 = 26 #

# => 5a + 6 = 26 #

# => 5a = 26-6 = 20 #

# => a = 20/5 = 4 #

# daarom a = 4 #

Dus de drie nummers zijn:

(ik) # A = 4 #

(Ii) # 2a = 2 keer 4 = 8 # en

(Iii) # 2a + 6 = 8 + 6 = 14 #

De drie nummers zijn # 4, 8 en 14 #.