Voor circulaire arrangementen een blauw marmer wordt op een vaste positie geplaatst (zeg 1). Dan blijven 7 onduidelijke blauwe knikkers en 4 onduidelijke rode knikkers, in totaal 12 knikkers kan in een ring worden gerangschikt
Dus dit vertegenwoordigt het mogelijke aantal evenementen.
Nu na het plaatsen van 8 blauwe knikkers zijn er 8 openingen (weergegeven in de rode markering in de figuur) waar 4 onduidelijke rode knikkers kunnen worden geplaatst zodat er geen twee rode knikkers naast elkaar liggen.
Het aantal afspraken bij het plaatsen van 4 rode knikkers op 8 plaatsen zal zijn
Dit zal het gunstige aantal evenementen zijn.
Vandaar de vereiste kans
Jane, Maria en Ben hebben elk een verzameling knikkers. Jane heeft nog 15 knikkers meer dan Ben en Maria heeft 2 keer zoveel knikkers als Ben. Alles bij elkaar hebben ze 95 knikkers. Maak een vergelijking om te bepalen hoeveel knikkers Jane heeft, Maria heeft en Ben heeft?
Ben heeft 20 knikkers, Jane heeft 35 en Maria heeft 40 Laat x het aantal knikkers zijn Ben heeft Dan heeft Jane x + 15 en Maria heeft 2x 2x + x + 15 + x = 95 4x = 80 x = 20 dus Ben heeft 20 knikkers, Jane heeft 35 en Maria heeft 40
De tas bevatte rode knikkers en blauwe knikkers. Als de verhouding van rode knikkers tot blauwe knikkers 5 tot 3 was, welke fractie van de knikkers was blauw?
3/8 van de knikkers in de zak zijn blauw. Een verhouding van 5 tot 3 betekent dat er voor elke 5 rode knikkers 3 blauwe knikkers zijn. We hebben ook een totaal aantal knikkers nodig, dus we moeten de som van rode en blauwe knikkers vinden. 5 + 3 = 8 Dus 3 van elke 8 knikkers in de tas zijn blauw. Dit betekent dat 3/8 van de knikkers in de zak blauw zijn.
Jerry heeft in totaal 23 knikkers. De knikkers zijn blauw of groen. Hij heeft nog drie blauwe knikkers dan groene knikkers. Hoeveel groene knikkers heeft hij?
Er zijn "10 groene knikkers" en "13 blauwe knikkers". "Aantal groene knikkers" = n_ "groen". "Aantal blauwe knikkers" = n_ "blauw". Gezien de randvoorwaarden van het probleem, is n_ "groen" + n_ "blauw" = 23. Verder weten we dat n_ "blauw" -n_ "groen" = 3, d.w.z. n_ "blauw" = 3 + n_ "groen" en dus hebben we 2 vergelijkingen in twee onbekenden, die potentieel potentieel oplosbaar is. Substitutie van de tweede vergelijking in de eerste: n_ "groen" + n_ "groen" + 3 = 23. Trek 3 van elke k