Antwoord:
western =
Uitleg:
gebruik de variabele
gebruik de variabele
we moeten 2-vergelijking schrijven omdat we 2 variabelen hebben
we weten dat de westerse staat 18 jaar ouder is dan de zuidelijke staat
de westerse staat is 2,5 keer zo oud als het zuiden
los het stelsel van vergelijkingen op
omdat
oplossen voor
plug in voor 12
Tien jaar geleden was een man drie keer zo oud als zijn zoon. Over 6 jaar zal hij twee keer zo oud zijn als zijn zoon. Hoe oud is elk nu?
De zoon is 26 en de man is 58. Beschouw hun leeftijd 10 jaar geleden, nu en over 6 jaar. Laat de leeftijd van de zoon 10 jaar geleden x jaar zijn. Toen was de leeftijd van de man 3x. Het is handig om een tabel te tekenen voor deze ul (kleur (wit) (xxxxxxx) "verleden" kleur (wit) (xxxxxxx) "aanwezig" kleur (wit) (xxxxxxx) "toekomst") ZOALS: kleur (wit) (xxxxx) x kleur (wit) (xxxxxxx) (x + 10) kleur (wit) (xxxxxx) (x + 16) MAN: kleur (wit) (xxxx) 3xcolor (wit) (xxxxxxx) (3x +10) kleur (wit) (xxxxx) (3x + 16) Over 6 jaar is de leeftijd van de man twee keer de leeftijd van zijn zoon. Schrijf een
Julianna is x jaar oud. Haar zus is 2 jaar ouder dan zij. Haar moeder is 3 keer zo oud als haar zus. Haar oom Rich is 5 jaar ouder dan haar moeder. Hoe schrijf en vereenvoudig je een uitdrukking die Rich's leeftijd weergeeft?
Julianna's leeftijd = x De leeftijd van haar zus = x + 2 De leeftijd van haar moeder = 3 (x + 2) De leeftijd van Rich = 3 (x + 2) +5 Vereenvoudig 3 (x + 2) + 5 = 3x + 6 + 5 3 (x 2) + 5 = 3x +11
Yanira is 3 jaar ouder dan Tim en twee keer zo oud als Hannah. Tim is 2 jaar ouder dan Hannah. Hoe oud zijn Yanira, Tim en Hannah?
Ik heb: Yanira: 10 jaar oud; Tim: 7 jaar oud; Hannah: 5 jaar oud. Noem de tijdperken van de drie met de initialen: y, t en h, dus we kunnen schrijven: y = t + 3 y = 2h t = h + 2 laten we gelijktijdig deze drie vergelijkingen (een systeem) oplossen: vervang de tweede vergelijking in de eerste voor y: 2h = t + 3 dus t = 2h-3 vervang dit in de derde voor t en vind h: 2h-3 = h + 2 h = 5 zodat we hebben: t = 2 * 5- 3 = 7 en: y = 2 * 5 = 10