Antwoord:
Uitleg:
Als
Verschil van verzameling
Daarom was het aantal studententickets
Tickets voor een concert waren geprijsd op $ 8 voor studenten en $ 10 voor niet-studenten. Er werden 1210 tickets verkocht voor een totaal van $ 11.700. Hoeveel studentenkaartjes zijn er verkocht?
Laat het aantal verkochte studentenkaartjes x zijn. Het aantal niet verkochte studentenkaartjes is dus 1210-x dus met de gegeven voorwaarde 8x + (1210-x) 10 = 11700 => 10x-8x = 12100-11700 => x = 400 / 2 = 200
Tickets voor een concert werden verkocht aan volwassenen voor $ 3 en aan studenten voor $ 2. Als de totale ontvangsten 824 waren en twee keer zoveel volwassenentickets als studentenkaarten werden verkocht, hoeveel stuks werden er dan verkocht?
Ik vond: 103 studenten 206 volwassenen Ik weet het niet zeker, maar ik veronderstel dat ze $ 824 ontvingen van de verkoop van de tickets. Laten we het aantal volwassenen a en studenten noemen. We krijgen: 3a + 2s = 824 en a = 2s we vervangen in de eerste: 3 (2s) + 2s = 824 6s + 2s = 824 8s = 824 s = 824/8 = 103 studenten en dus: a = 2s = 2 * 103 = 206 volwassenen.
Valencia Theatre verkocht 499 tickets voor een toneelstuk. Tickets kosten $ 14 per student met geldige identificatie van Valencia en $ 23 per student. Als de totale inkomsten $ 8138 waren, hoeveel Valencia-studentenkaartjes en geen studentenkaartjes waren er dan verkocht?
Er waren 371 Valencia-tickets en 128 niet-studenten verkocht. V-tickets kosten $ 14 N tickets kosten $ 23 499 tickets kosten $ 8138 Gebruikmakend van de prijs, kunnen we zeggen: 14V + 23N = 8138to (1) V-tickets plus N tickets = totale tickets = 499 V + N = 499to (2) Oplossen voor V: V = 499-N Sub dat in (1): 14 (499-N) + 23N = 8138 14 (499-N) + 23N = 8138 -14N + 23N = -7000 + 14 + 8138 9N = 1152 N = 128 Los op (2) voor N: N = 499-V Sub die in (1): 14V + 23 (499-V) = 8138 14V-23V = -23 (499) +8138 -9V = -11477 + 8138 = -3339 V = 371 Om te controleren: V + N = 499 371 + 128 = 499