Twee curves zijn consistent als het mogelijk is om op een bepaald punt op beide te komen. (Op één curve zijn is consistent met aan de andere kant zijn.) Er is een kruising. (Mogelijk veel kruispunten.)
Twee curven zijn inconsistent, het is onmogelijk dat een punt op beide valt. (Op één curve zijn is niet consistent met het zijn aan de andere - het is tegengesteld, aan de andere kant.) Er is geen kruising.
Uitspraken zijn consistent als het mogelijk is dat beide waar zijn, uitspraken zijn inconsistent als het niet mogelijk is dat beide waar zijn. (De waarheid van de een is consistent of inconsistent met de waarheid van de ander.)
Ik heb twee grafieken: een lineaire grafiek met een helling van 0,781 m / s en een grafiek die stijgt met een gemiddelde helling van 0,724 m / s. Wat zegt dit over de beweging in de grafieken?
Omdat de lineaire grafiek een constante helling heeft, heeft deze nulversnelling. De andere grafiek staat voor positieve versnelling. Versnelling wordt gedefinieerd als { Deltavelocity} / { Deltatime} Dus, als je een constante helling hebt, is er geen verandering in snelheid en is de teller nul. In de tweede grafiek verandert de snelheid, wat betekent dat het object versnelt
Wat definieert een inconsistent lineair systeem? Kun je een inconsistent lineair systeem oplossen?
Een inconsistent stelsel van vergelijkingen is per definitie een stelsel van vergelijkingen waarvoor geen reeks onbekende waarden bestaat die het in een reeks identiteiten transformeren. Het is per definitie onoplosbaar. Voorbeeld van een inconsistente enkele lineaire vergelijking met één onbekende variabele: 2x + 1 = 2 (x + 2) Uiteraard is deze volledig gelijk aan 2x + 1 = 2x + 4 of 1 = 4, wat geen identiteit is, er is geen zo'n x dat de initiële vergelijking omzet in een identiteit. Voorbeeld van een inconsistent systeem van twee vergelijkingen: x + 2y = 3 3x-1 = 4-6y Dit systeem is equivalent met x +
Hoe los je het systeem van vergelijkingen op door te tekenen en classificeer je het systeem als consistent of inconsistent 5x-5y = 10 en 3x-6y = 9?
X = 1 y = -1 Geef de 2 lijnen een grafiek. Een oplossing komt overeen met een punt dat op beide lijnen ligt (een kruising). Controleer daarom of ze dezelfde gradiënt hebben (parallel, geen intersectie). Ze zijn dezelfde lijn (alle punten zijn oplossing). In dit geval is het systeem consistent omdat (1, -1) een snijpunt is.