Jane, Maria en Ben hebben elk een verzameling knikkers. Jane heeft nog 15 knikkers meer dan Ben en Maria heeft 2 keer zoveel knikkers als Ben. Alles bij elkaar hebben ze 95 knikkers. Maak een vergelijking om te bepalen hoeveel knikkers Jane heeft, Maria heeft en Ben heeft?
Ben heeft 20 knikkers, Jane heeft 35 en Maria heeft 40 Laat x het aantal knikkers zijn Ben heeft Dan heeft Jane x + 15 en Maria heeft 2x 2x + x + 15 + x = 95 4x = 80 x = 20 dus Ben heeft 20 knikkers, Jane heeft 35 en Maria heeft 40
Wat is de vergelijking voor een lijn in de vorm van het onderscheppen van hellingen die doorloopt (4, -8) en een helling van 2 heeft?
Y = 2x - 16> De vergelijking van een lijn in hellingsintercept vorm iscolor (rood) (| bar (ul (kleur (wit) (a / a) kleur (zwart) (y = mx + b) kleur (wit) (a / a) |))) waarbij m staat voor slope en b, het y-snijpunt. hier krijgen we slope = 2 en dus is een gedeeltelijke vergelijking y = 2x + b. Om te zoeken b gebruik je het punt (4, -8) waar de lijn doorheen gaat. Vervang x = 4 en y = -8 in de gedeeltelijke vergelijking. dus: -8 = 8 + b b = -16 dus de vergelijking is: y = 2x - 16
Riley heeft (8p + 7) munten van een dollar en (2p + 5) een dollarbiljetten. Pam heeft 7p dollar minder dan Riley. Hoeveel geld heeft Pam? Antwoord in termen van p. Als p = 6, hoeveel geld heeft Pam dan nadat ze de helft van haar geld aan Riley heeft gegeven?
10p + 12 dollars 3p + 12 dollars 15 dollar Eerst tellen we alle Riley's dollars op in termen van p. 8p + 7 + 2p + 5 = 10p + 12dollars Pam heeft 7p minder: 10p + 12 - 7p = 3p + 12 dollars Als p = 6, dan heeft ze een totaal van 18 + 12 = 30 dollar. Het weggeven van de helft verlaat haar met 15 dollar