Tien jaar geleden was een man drie keer zo oud als zijn zoon. Over 6 jaar zal hij twee keer zo oud zijn als zijn zoon. Hoe oud is elk nu?
De zoon is 26 en de man is 58. Beschouw hun leeftijd 10 jaar geleden, nu en over 6 jaar. Laat de leeftijd van de zoon 10 jaar geleden x jaar zijn. Toen was de leeftijd van de man 3x. Het is handig om een tabel te tekenen voor deze ul (kleur (wit) (xxxxxxx) "verleden" kleur (wit) (xxxxxxx) "aanwezig" kleur (wit) (xxxxxxx) "toekomst") ZOALS: kleur (wit) (xxxxx) x kleur (wit) (xxxxxxx) (x + 10) kleur (wit) (xxxxxx) (x + 16) MAN: kleur (wit) (xxxx) 3xcolor (wit) (xxxxxxx) (3x +10) kleur (wit) (xxxxx) (3x + 16) Over 6 jaar is de leeftijd van de man twee keer de leeftijd van zijn zoon. Schrijf een
De 53-jarige vader heeft een zoon van 17 jaar. a) Na hoeveel jaar zal de vader drie keer ouder zijn dan zijn zoon? b) Vóór hoeveel jaar was de vader tien keer ouder dan de zoon?
Een 53-jarige vader heeft een zoon van 17 jaar. a) Na hoeveel jaar zal de vader drie keer ouder zijn dan zijn zoon? Laat het aantal jaren x zijn. => (53 + x) = 3 (17 + x) => 53 + x = 51 + 3x => 2x = 2 => x = 1 Vandaar dat de vader na 1 jaar drie keer ouder is dan zijn zoon. b) Vóór hoeveel jaar was de vader tien keer ouder dan de zoon? Laat het aantal jaren x zijn. => (53-x) = 10 (17-x) => 53-x = 170-10x => 9x = 117 => x = 13 Vandaar dat 13 jaar geleden de vader 10 keer ouder was dan de zoon.
Tim is twee keer zo oud als zijn zoon. In zes jaar tijd zal Tim drie keer ouder zijn dan de leeftijd van zijn zoon zes jaar geleden. Hoe oud is de zoon van Tim nu?
6 jaar oud Begin met het maken van twee "let" -instructies. Laat nu de leeftijd van Tim zijn zoon zijn. Laat nu 2x de leeftijd van TIm zijn. Maak met behulp van x en 2x een algebraïsche uitdrukking die de leeftijd van Tim nu weergeeft en Tim's leeftijd over zes jaar. 2x + 6 = 3x De linkerkant vertegenwoordigt de leeftijd van Tim over zes jaar, terwijl de rechterkant de leeftijd van Tim nu weergeeft. Let op hoe de 3 zich aan de rechterkant in plaats van de linkerkant bevindt, omdat je ervoor moet zorgen dat de vergelijking gelijk is. Als het 3 (2x + 6) = x was, zou de vergelijking onjuist zijn, omdat het