Antwoord:
Ik denk dat de eerste opnamen van de revolutie plaatsvonden tijdens de Battle of Bunker Hill.
Uitleg:
In mijn geschiedenisboek staat: "Deze botsing, die de Battle of Bunker Hill was genoemd, was kort maar erg bloedig. Meer dan 1.000 Britse troepen werden gedood of gewond, en bijna de helft van de Amerikanen. Britten en Amerikanen wisten dat dit was geen kleine schermutseling op een dorpsplein, er was een oorlog begonnen. '
De eerste en tweede termen van een geometrische reeks zijn respectievelijk de eerste en derde termen van een lineaire reeks. De vierde term van de lineaire reeks is 10 en de som van de eerste vijf term is 60 Vind de eerste vijf termen van de lineaire reeks?
{16, 14, 12, 10, 8} Een typische geometrische reeks kan worden weergegeven als c_0a, c_0a ^ 2, cdots, c_0a ^ k en een typische rekenkundige rij als c_0a, c_0a + Delta, c_0a + 2Delta, cdots, c_0a + kDelta Calling c_0 a als het eerste element voor de geometrische reeks die we hebben {(c_0 a ^ 2 = c_0a + 2Delta -> "Eerste en tweede van GS zijn de eerste en derde van een LS"), (c_0a + 3Delta = 10- > "De vierde term van de lineaire reeks is 10"), (5c_0a + 10Delta = 60 -> "De som van de eerste vijf term is 60"):} Oplossen voor c_0, a, Delta we verkrijgen c_0 = 64/3 , a = 3/4, Delta = -2 en
N kogels van elk van de massa m worden afgevuurd met een snelheid v m / s met een snelheid van n kogels per seconde op een muur. Als de kogels volledig tegen de muur worden gehouden, is de reactie van de muur op de kogels?
Nmv De reactie (kracht) die door de muur wordt geboden, is gelijk aan de snelheid waarmee het momentum van de kogels op de muur verandert. Vandaar dat de reactie = frac { text {laatste momentum} - text {eerste momentum}} { text {time}} = frac {N (m (0) -m (v))} {t} = { N} / t (-mv) = n (-mv) quad (N / t = n = tekst {aantal kogels per seconde}) = -nmv De reactie die door de muur in tegengestelde richting wordt geboden is = nmv
Je hebt handdoeken in drie maten. De lengte van de eerste is 3/4 m, wat overeenkomt met 3/5 van de lengte van de tweede. De lengte van de derde handdoek is 5/12 van de som van de lengten van de eerste twee. Welk deel van de derde handdoek is de tweede?
Verhouding van tweede tot derde handdoeklengte = 75/136 Lengte van de eerste handdoek = 3/5 m Lengte van de tweede handdoek = (5/3) * (3/4) = 5/4 m Lengte van de som van de eerste twee handdoeken = 3/5 + 5/4 = 37/20 Lengte van de derde handdoek = (5/12) * (37/20) = 136/60 = 34/15 m Verhouding van tweede tot derde handdoeklengte = (5/4 ) / (34/15) = (5 * 15) / (34 * 4) = 75/136