John verzamelt honkbalkaarten. Hij heeft 23 kaarten. Jack heeft 6 keer zoveel kaarten. Hoeveel kaarten heeft Jack?

John verzamelt honkbalkaarten. Hij heeft 23 kaarten. Jack heeft 6 keer zoveel kaarten. Hoeveel kaarten heeft Jack?
Anonim

Antwoord:

138

Uitleg:

Hoeveel kaarten heeft John? Variabele set: #X#

John heeft 23 kaarten. # X = 23 #

Hoeveel kaarten heeft Jack? Variabele set: # Y #

Jack heeft 6 keer zoveel kaarten als John. # Y = 6 cdotx = 6x #

We hebben nu twee vergelijkingen:

# X = 23 #

# Y = 6x #

De eerste is een variabele waarde, dus vervanger # X = 23 # in de tweede vergelijking …

# Y = 6 cdot (rood) (23) = 138 #

Jack heeft 138 honkbalkaarten.