Julio kocht tafels en stoelen voor zijn restaurant. Hij bracht 16 items in totaal en bracht $ 1800 uit. Elke tafel kost $ 150 en elke stoel kost $ 50. Hoeveel tafels en stoelen heeft hij gekocht?

Julio kocht tafels en stoelen voor zijn restaurant. Hij bracht 16 items in totaal en bracht $ 1800 uit. Elke tafel kost $ 150 en elke stoel kost $ 50. Hoeveel tafels en stoelen heeft hij gekocht?
Anonim

Antwoord:

#10# tabellen en #6# stoelen.

Uitleg:

Laat # T # gelijk aan het aantal tabellen en # C # gelijk aan het aantal stoelen.

Noteer twee vergelijkingen om de twee onbekenden te vinden, # T # en # C #.

# 150t + 50c = 1800 #

#t + c = 16 #

Gebruik de substitutiemethode:

#t = 16 - c #

Zo:

# 150 (16-c) + 50c = 1800 #

# 2400 - 150c + 50c = 1800 #

# -100c + 2400 = 1800 #

# -100c = -600 #

#c = 6 #

Plaatsvervanger # C # terug in een van de originele vergelijkingen om te vinden # T #:

#t = 16 - c #

#t = 16 - 6 #

#t = 10 #

U kunt ook de eliminatiemethode gebruiken om dit probleem op te lossen.