Antwoord:
x = 6 y = 26
Uitleg:
x + y = 32 y = 5x-4 x + (5x-4) = 32 x + 5x-4 = 32 6x = 36 x = 6 y = 32-x y = 32-6 y = 26
Antwoord:
Laat x het onbekende getal vertegenwoordigen.
Uitleg:
Vandaar dat een van de nummers 6 is en de andere, omdat het dat is 4 minder dan 5 keer de andere, het zou zijn
En het tweede nummer is 26.
De grootste van twee getallen is 23 minder dan twee keer de kleinere. Als de som van de twee getallen 70 is, hoe vindt u de twee getallen?
39, 31 Laat L & S de grotere en kleinere nummers respectievelijk dan zijn Eerste voorwaarde: L = 2S-23 L-2S = -23 .......... (1) Tweede voorwaarde: L + S = 70 ........ (2) Aftrekking (1) van (2), we krijgen L + S- (L-2S) = 70 - (- 23) 3S = 93 S = 31 instelling S = 31 in (1), krijgen we L = 2 (31) -23 = 39 Vandaar dat het grotere getal 39 is en kleiner getal 31
De som van drie getallen is 137. Het tweede getal is vier meer dan, twee keer het eerste getal. Het derde cijfer is vijf minder dan, drie keer het eerste getal. Hoe vind je de drie nummers?
De nummers zijn 23, 50 en 64. Begin met het schrijven van een uitdrukking voor elk van de drie nummers. Ze zijn allemaal gevormd vanaf het eerste nummer, dus laten we het eerste nummer x noemen. Laat het eerste getal zijn x Het tweede getal is 2x +4 Het derde getal is 3x -5 We krijgen te horen dat hun som 137 is. Dit betekent dat wanneer we ze allemaal bij elkaar optellen, het antwoord 137 zal zijn. Schrijf een vergelijking. (x) + (2x + 4) + (3x - 5) = 137 De haakjes zijn niet nodig, ze zijn opgenomen voor de duidelijkheid. 6x -1 = 137 6x = 138 x = 23 Zodra we het eerste getal kennen, kunnen we de andere twee berekenen aan
Eén nummer is 5 minder dan twee keer een andere. Als de som van de twee nummers 49 is, zoek dan de twee nummers op?
18, 31 Gegeven: één nummer is 5 minder dan twee keer een ander nummer. De som van de twee getallen = 49. Definieer de variabelen: n_1, n_2 Maak twee vergelijkingen op basis van de gegeven info: n_2 = 2n_1 - 5; "" n_1 + n_2 = 49 Gebruik substitutie om op te lossen: n_1 + 2n_1 - 5 = 49 3n_1 - 5 = 49 3n_1 = 54 (3n_1) / 3 = 54/3 n_1 = 18 n_2 = 49 - 18 = 31