Het oppervlak van een parallellogram is 486 vierkante cm. De som van zijn basissen is 54 cm. Elke schuine zijkant meet 14 cm. Wat is de hoogte?
De hoogte is 18 cm. Het oppervlak van het parallellogram is: A = b * h Als de som van basen 54 is, dan is elke basis 54-: 2 = 27 (het parallellogram heeft 2 paren gelijke en evenwijdige zijden) Dus nu kunnen we berekenen dat: h = A-: b = 486-: 27 = 18
Het oppervlak van de zijkant van een rechter cilinder kan worden gevonden door tweemaal het aantal pi te vermenigvuldigen met de straal maal de hoogte. Als een ronde cilinder een straal f en hoogte h heeft, wat is dan de uitdrukking die het oppervlak van zijn zijde vertegenwoordigt?
= 2pifh = 2pifh
Een parallellogram heeft een basis van lengte 2x + 1, een hoogte van x + 3 en een oppervlakte van 42 vierkante eenheden. Wat zijn de basis en hoogte van het parallellogram?
Basis is 7, Hoogte is 3. Het gebied van elk parallellogram is Lengte x Breedte (wat soms hoogte wordt genoemd, hangt af van het leerboek). We weten dat de lengte 2x + 1 is en de breedte (hoogte van de AKA) x + 3 is, dus plaatsen we ze in een expressie volgens Lengte x Breedte = Oppervlakte en lossen op om x = 3 te krijgen. We pluggen het vervolgens in elke vergelijking om 7 voor de basis en 6 voor de hoogte te krijgen.