Twee hoeken van een gelijkbenige driehoek staan op (4, 2) en (1, 5). Als het gebied van de driehoek 64 is, wat zijn de lengten van de zijden van de driehoek?

Twee hoeken van een gelijkbenige driehoek staan op (4, 2) en (1, 5). Als het gebied van de driehoek 64 is, wat zijn de lengten van de zijden van de driehoek?
Anonim

Antwoord:

#color (blauw) (a = b = sqrt (32930) / 6 en c = 3sqrt (2) #

Uitleg:

Laat # A = (4,2) # en # B = (1,5) #

Als # AB # is dan de basis van een gelijkbenige driehoek # = C (x, y) # is de vertex op de hoogte.

Laat de kanten zijn # a, b, c #, # A = b #

Laat h de hoogte zijn, AB in tweeën delen en door punt C gaan:

Lengte #AB = sqrt ((4-1) ^ 2 + (2-5) ^ 2) = sqrt (18) = 3sqrt (2) #

Vinden # H #. We krijgen gebied gelijk aan 64:

# 1 / 2AB * h = 64 #

# 1/2 (3sqrt (2)) h = 64 => h = (64sqrt (2)) / 3 #

Volgens de stelling van Pythagoras:

# A = b = sqrt (((3sqrt (2)) / 2) ^ 2 + ((64sqrt (2)) / 3) ^ 2) = sqrt (32930) / 6 #

Dus de lengtes van de zijkanten zijn:

#color (blauw) (a = b = sqrt (32930) / 6 en c = 3sqrt (2) #