Antwoord:
4
Uitleg:
Het aantal elementen in de vermogensverzameling van een willekeurige set A is
In ons geval heeft de set S twee elementen - namelijk
- het nummer 2
- de set {1,4}
Aldus heeft zijn machtsset
Omdat dit een kleine set is, kunnen we het stroomverbruik met weinig moeite noteren:
Opmerking: het derde element is het vermogensniveau hierboven is a eenling set - waarvan het enige element is de set
Het aantal voetballers is 4 keer het aantal basketbalspelers en het aantal honkbalspelers is 9 meer dan bij basketbalspelers. Als het totale aantal spelers 93 is en elke speler een enkele sport speelt, hoeveel zijn er dan in elk team?
56 voetballers 14 basketbalspelers 23 honkballers Definiëren: kleur (wit) ("XXX") f: aantal voetballers kleur (wit) ("XXX") b: aantal spelers basketbalkleur (wit) ("XXX") d: aantal honkballers Ons wordt verteld: [1] kleur (wit) ("XXX" kleur (rood) (f = 4b) [2] kleur (wit) ("XXX") kleur (blauw) (d = b +9) [3] kleur (wit) ("XXX") f + b + d = 93 Vervangen (uit [1]) kleur (rood) (4b) voor kleur (rood) (f) en (uit [2] ) kleur (blauw) (b + 9) voor kleur (blauw) (d) in [3] [4] kleur (wit) ("XXX") kleur (rood) (4b) + b + kleur (blauw) (b +9) = 93 Vereenvoud
De som van twee getallen is 104. Het grootste aantal is één minder dan het dubbele van het kleinere aantal. Wat is het grotere aantal?
69 Algebraïsch hebben we x + y = 104. Kies iemand als de "grotere". Gebruik 'x' en dan x + 1 = 2 * y. Herschikken om 'y' te vinden hebben we y = (x + 1) / 2 Vervolgens vervangen we deze uitdrukking voor y in de eerste vergelijking. x + (x + 1) / 2 = 104. Vermenigvuldig beide zijden met 2 om de breuk kwijt te raken, combineer de termen. 2 * x + x + 1 = 208; 3 * x +1 = 208; 3 * x = 207; x = 207/3; x = 69. Om de 'y' te vinden keren we terug naar onze uitdrukking: x + 1 = 2 * y 69 + 1 = 2 * y; 70 = 2 * y; 35 = y. CHECK: 69 + 35 = 104 JUIST!
Penny keek naar haar klerenkast. Het aantal jurken dat ze bezat, was 18 meer dan het dubbele van het aantal kleuren. Het aantal jurken en het aantal pakken bedroeg samen 51. Wat was het nummer van elk exemplaar dat ze bezat?
Penny bezit 40 jurken en 11 pakken. Let d and s zijn respectievelijk het aantal jurken en pakken. Er wordt ons verteld dat het aantal jurken 18 meer dan tweemaal het aantal kleuren is. Daarom: d = 2s + 18 (1) Er wordt ons ook verteld dat het totale aantal jurken en pakken 51 is. Daarom is d + s = 51 (2) Van (2): d = 51-s Vervanging van d in (1 ) hierboven: 51-s = 2s + 18 3s = 33 s = 11 Vervangen voor s in (2) hierboven: d = 51-11 d = 40 Het aantal jurken (d) is dus 40 en het aantal kleuren (s) ) is 11.