Antwoord:
Zie uitleg …
Uitleg:
Als een algemene regel, zal wordt gebruikt met voornaamwoorden in de eerste persoon, en zullen wordt gebruikt met voornaamwoorden en voornaamwoorden; beide worden gebruikt om een toekomende tijd te vormen.
Bijvoorbeeld, ik zal niet op tijd op het feest aankomen.
Hij zal aankomst in 15 minuten.
De enige uitzondering op deze regel is wanneer er een soort van sterke vastberadenheid is om iets te doen. In dit geval zijn de regels omgekeerd.
Bijvoorbeeld, ik zal op tijd aankomen.
Jij zult niet te laat komen!
Eerlijk gezegd, in de huidige samenleving worden deze woorden vrijwel uitwisselbaar gebruikt. Ik hoop dat dit je behulpzaam was!
~ Chandler Dowd
Het gemiddelde is de meest gebruikte maat voor het centrum, maar er zijn momenten waarop het wordt aanbevolen om de mediaan voor gegevensweergave en -analyse te gebruiken. Wanneer kan het passend zijn om de mediaan te gebruiken in plaats van het gemiddelde?
Wanneer er enkele extreme waarden in uw gegevensset staan. Voorbeeld: u heeft een dataset van 1000 cases met waarden die niet te ver uit elkaar liggen. Hun gemiddelde is 100, net als hun mediaan. Nu vervang je slechts één case door een case die de waarde 100000 heeft (alleen al om extreem te zijn). Het gemiddelde zal dramatisch stijgen (tot bijna 200), terwijl de mediaan niet zal worden beïnvloed. Berekening: 1000 gevallen, gemiddelde = 100, som van waarden = 100000 Lose one 100, add 100000, som of values = 199900, mean = 199.9 Median (= case 500 + 501) / 2 blijft hetzelfde.
Gebruik +, -,:, * (je moet alle tekens gebruiken en je mag er één tweemaal gebruiken, ook mag je geen haakjes gebruiken), maak de volgende zin waar: 9 2 11 13 6 3 = 45?
9-2 * 11 + 13: 6 * 3 = 45 9-2 * 11 + 13: 6 * 3 = 45 Voldoet dit aan de uitdaging?
X2 + 14x-15 = 0 in deze vergelijking die LHS als een perfect vierkant 49 toevoegen. Hoe deze 49 zal komen ... vertel het alsjeblieft over 49 ??? hoe dit berekend
X = 1, en x = - 15 x ^ 2 + 14x - 15 = 0 D = d ^ 2 = b ^ 2 - 4ac = 196 + 60 = 256 -> d = + - 16 Er zijn 2 echte wortels: x = - b / (2a) + - d / (2a) = - 14/2 + - 16/2 x = - 7 + - 8 a. x1 = - 7 + 8 = 1 b. x2 = -7 - 8 = - 15 Opmerking. Omdat a + b + c = 0, gebruiken we de snelkoppeling. Eén echte root is x1 = 1 en de andere is x2 = c / a = - 15.