Antwoord:
19 kwartalen, 12 dubbeltjes.
Uitleg:
Laat
We kunnen een simpel paar vergelijkingen van de vraag opstellen. We weten dat het totale aantal munten dus 31 is
We weten ook hoeveel ze kosten, dus
We kunnen de eerste vergelijking in de tweede pluggen, d vervangen door de formule die we kregen:
Omdat er 19 kwartalen zijn, moet dat wel
We kunnen dit controleren:
19 kwartalen optellen tot $ 4,75. 12 dubbels tellen op tot $ 1,20. Zet ze bij elkaar en je krijgt $ 5,95.
James heeft 35 munten in zijn zak, allemaal dimmen en kwartalen. Als hij een totaal van $ 5,15 heeft, hoeveel kwartalen heeft hij dan?
Als we de gegevens in vergelijkingen omzetten, krijgen we het systeem 0.1 * d + .25 * q = 5.15 d + q = 35 Door het systeem op te lossen krijgen we d = 24 dubbeltjes en q = 11 kwartalen.
Jimmy heeft een zak vol met kwartjes en dubbeltjes. Er zijn in totaal 32 munten. Toen hij het optelde, telde hij $ 5,60. Hoeveel dubbeltjes heeft hij in zijn zak?
Jimmy heeft 16 dubbeltjes in zijn zak. (En ook 16 kwartalen) Om dergelijke problemen op te lossen, moet je onthouden dat er twee verschillende soorten gegevens zijn: 1) Het AANTAL van elke soort munt 2) De geldwaarde van elke soort munt. kleur wit)(....................) . . . . . . . . . . 1) Zoek eerst een manier om het AANTAL van elke munt uit te drukken Laat x gelijk zijn aan het aantal kwartalen. Daarom moet het aantal dubbeltjes 32-xx larr aantal kwartalen (32 - x) larr aantal dubbelkleur (wit) (. ...................). . . . . . . . . . 2) Zoek vervolgens een manier om de WAARDE van elke soort munt x kwartalen @ 25ȼ e
Mary heeft 21 munten waarvan de totale who's totale waarde 72 shilling is. Er zijn twee keer zoveel shilling-munten als er 10 shilling-munten zijn. De rest zijn een shilling-munten. Wat is het aantal van 10 shilling-munten dat Mary heeft?
Mary heeft 3 nummers van 10 shilling-munten. Laat Mary x x 10 shilling-munten heeft, dan heeft Mary 2 x 5 shilling-munten en Mary heeft rust 21- (x + 2 x) = 21 - 3 x aantal 1 shilling-munten. Door gegeven voorwaarde, x * 10 + 2 x * 5 + (21-3 x) * 1 = 72:. 10 x + 10 x -3 x = 72 -21 of 17 x = 51:. x = 51/17 = 3 Vandaar heeft Maria 3 nummers van 10 shilling-munten [Ans]