Antwoord:
Het relatieve voornaamwoord in de bovenstaande zin is wie.
Uitleg:
In de Engelse taal zijn er maar heel weinig relatieve voornaamwoorden, die ik hieronder zal opsommen. (Wat trouwens ook een relatief voornaamwoord is!)
Wie, wie, wie, wie dan ook, wie dan ook, wie en dat. Wanneer, waar en wat kunnen ook als relatieve voornaamwoorden fungeren, maar alleen in zeer zeldzame gevallen.
Over het algemeen is de regel voor het gebruik van relatieve voornaamwoorden zoals hieronder weergegeven.
"Relatieve clausules worden meestal geïntroduceerd door relatieve voornaamwoorden, en dat het relatieve voornaamwoord kan functioneren als een bezittelijk voornaamwoord, een object of een onderwerp."
-http: //www.gingersoftware.com/content/grammar-rules/relative-pronouns/
Wat is het relatieve voornaamwoord in de volgende zin ?: De persoon die de auto bezit die niet wil starten, is erg gefrustreerd.
Er zijn twee relatieve voornaamwoorden in de zin: wie en dat, een relatief voornaamwoord wordt gebruikt om een relatieve clausule te introduceren. Een relatieve clausule is een groep woorden met een onderwerp en een werkwoord dat informatie geeft die 'gerelateerd' is aan zijn antecedent. De relatieve voornaamwoorden zijn: wie, wie, wiens, welke, dat. In die zin is het relatieve voornaamwoord 'who' het onderwerp van de relatieve clause 'who owns the car', met betrekking tot het subject-naamwoord 'guy'. Het relatieve voornaamwoord 'dat' is het onderwerp van de relatieve zin 'die n
Eén nummer is 4 minder dan 3 keer een tweede nummer. Als 3 meer dan twee keer het eerste getal met 2 keer het tweede getal wordt verkleind, is het resultaat 11. Gebruik de substitutiemethode. Wat is het eerste nummer?
N_1 = 8 n_2 = 4 Eén getal is 4 minder dan -> n_1 =? - 4 3 keer "........................." -> n_1 = 3? -4 de tweede aantal kleuren (bruin) (".........." -> n_1 = 3n_2-4) kleur (wit) (2/2) Als er nog 3 "... ........................................ "->? +3 dan twee keer de eerste nummer "............" -> 2n_1 + 3 is verlaagd met "......................... .......... "-> 2n_1 + 3? 2 maal het tweede cijfer "................." -> 2n_1 + 3-2n_2 het resultaat is 11kleur (bruin) (".......... ........................... "-> 2n_1 + 3-2
Wat is het relatieve voornaamwoord in de volgende zin ?: De kat die met ons garen speelde, bevindt zich nu in het huis van onze buren.
Dat de met ons garen gespeelde zin een verwantschap is of verbonden is met het zelfstandig naamwoord kat door het relatieve voornaamwoord dat. De zin helpt om te bepalen welk soort kat in het huis van de buren is. Onthoud gewoon dat het relatieve voornaamwoord de zinnen of zinnen verbindt met een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord. Het meest voorkomende relatieve voornaamwoord is wie, wie, wie, wie dan ook, wie, wie dan ook, en dat.