Twee hoeken van een gelijkbenige driehoek staan op (8, 2) en (4, 3). Als het gebied van de driehoek 9 is, wat zijn de lengten van de zijden van de driehoek?

Twee hoeken van een gelijkbenige driehoek staan op (8, 2) en (4, 3). Als het gebied van de driehoek 9 is, wat zijn de lengten van de zijden van de driehoek?
Anonim

Antwoord:

#color (indigo) ("zijden van de gelijkbenige driehoek zijn" 4.12, 4.83, 4.83 #

Uitleg:

#A (8,2), B (4,3), A_t = 9 #

#c = sqrt (8-4) ^ 2 + (3-2) ^ 2) = 4.12 #

#h = (2 * A_t) / c = (2 * 9) / 4.12 = 4.37 #

#a = b = sqrt ((4.12 / 2) ^ 2 + 4.37 ^ 2) = 4.83 #

Antwoord:

Baseren # Sqrt {17} # en gemeenschappelijke zijde #sqrt {1585-1568}. #

Uitleg:

Het zijn hoekpunten, geen hoeken. Waarom hebben we dezelfde slechte bewoordingen van de vraag van over de hele wereld?

De stelling van Archimedes zegt of # A, B en C # zijn de kwadraat zijden van een driehoek van het gebied # S #, dan

# 16S ^ 2 = 4AB- (C-A-B) ^ 2 #

Voor een gelijkbenige driehoek, # A = B. #

# 16S ^ 2 = 4A ^ 2- (C-2A) ^ 2 = 4AC-C ^ 2 #

We weten niet zeker of de gegeven kant is #EEN# (de dubbele kant) of # C # (de basis). Laten we het op twee manieren uitwerken.

#C = (8-4) ^ 2 + (2-3) ^ 2 = 17 #

# 16 (9) ^ 2 = 4A (17) - 17 ^ 2 #

# A = 1585/68 #

Als we begonnen # A = 17 # dan

# 16 (9) ^ 2 = 4 (17) C - C ^ 2 #

# C ^ 2 - 68 C + 1296 = 0 #

Geen echte oplossingen voor die.

We concluderen dat we basis hebben # Sqrt {17} # en gemeenschappelijke zijde #sqrt {1585-1568}. #