Antwoord:
Uitleg:
We zullen het volgende gebruiken:
#log_a (b) - log_a (c) = log_a (b / c) # # a ^ (log_a (b)) = b #
Antwoord:
Ik vond:
Uitleg:
We kunnen het gaan schrijven als:
gebruik de eigenschap van de logs:
gebruik de definitie van log:
te krijgen:
Wat is de afgeleide van f (x) = sqrt (1 + log_3 (x)?
D / dx (sqrt (1 + log_3x)) = ((d / dx) (1 + log_3x)) / {2sqrt (1 + log_3x)} = ((d / dx) (1 + logx / log3)) / { 2sqrt (1 + log_3x)} = (1 / (xln3)) / {2sqrt (1 + log_3x)} = 1 / (2xln3sqrt (1 + log_3))
Wat is x als log_2 (x) + log_3 (x + 1) = log_5 (x - 4)?
Ik denk niet dat ze gelijk zijn ... Ik heb verschillende manipulaties geprobeerd maar ik kreeg een nog moeilijkere situatie! Uiteindelijk heb ik een grafische benadering geprobeerd met het oog op de functies: f (x) = log_2 (x) + log_3 (x + 1) en: g (x) = log_5 (x-4) en plotten om te zien of ze elkaar kruisen : maar dat doen ze niet voor elke x!
Hoe los je log_3 (x + 3) + log_3 (x + 5) = 1 op?
X = -2 log (base3) (x + 3) + log (basis 3) (x + 5) = 1-> gebruik productregel van logaritme log (base3) ((x + 3) (x + 5)) = 1 in exponentiële vorm schrijven 3 ^ 1 = (x + 3) (x + 5) x ^ 2 + 8x + 15 = 3 x ^ 2 + 8x + 12 = 0 (x + 6) (x + 2) = 0 x + 6 = 0 of x + 2 = 0 x = -6 of x = -2 x = -6 is vreemd. Een externe oplossing is de wortel van getransformeerd, maar het is geen wortel van de oorspronkelijke vergelijking. dus x = -2 is de oplossing.