Wanneer komen dipolen voor in een molecuul? + Voorbeeld

Wanneer komen dipolen voor in een molecuul? + Voorbeeld
Anonim

Antwoord:

Dipolen komen voor wanneer er een relatieve lading is aan elke zijde van een molecuul geïnduceerd door de elektronegelativiteiten van de binding.

Uitleg:

Het dipoolmoment van een volledig molecuul bestaat uit twee verbindingsmomenten - vectoren die zowel magnitude als richting hebben. Een gemeten dipoolmoment is dus gelijk aan de vectorsom van de verbindingsmomenten waaruit het bestaat.

Bondmomenten zijn vectorgrootheden, die zowel magnitude als richting hebben. Daarom is het mogelijk dat een molecuul bindingsmomenten heeft en toch niet-polair is, als de individuele bindingsmomenten in het molecuul in grootte gelijk zijn maar tegengesteld in hun richting, waardoor ze elkaar opheffen. De som is dus 0 en er is geen dipoolmoment. Een voorbeeld van een molecuul met hechtingsmomenten en dat niet-polair is, is CO2. Je zou een lineair molecuul kunnen hebben met hetzelfde atoom aan weerszijden van het centrale atoom dat elkaar opheft.