
Antwoord:
800 mijl
Uitleg:
Terwijl ze samen gaan, neemt de afstand tussen de twee af.
Numeriek krijg je hetzelfde antwoord als je hun snelheden toevoegt en de conditie behandelt alsof je één vliegtuig op weg naar een vast punt hebt.
Laat de afstand tot de bestemming zijn
Laat de snelheid zijn
Laat de tijd zijn
Gebruikmakend van het principe dat de snelheid constant is, is er een directe vergelijking tussen de afgelegde afstand in
Gebruik ratio maar in het formaat van een breuk
zo
Is deze zin: "Ik was mijn diner aan het eten toen de telefoon ging", zowel imperfecte als voltooide tijden? "Ik at avondeten" is imperfecte tijd en "toen de telefoon ging" is de perfecte tijd, toch? Bedankt! :)?

Zie uitleg. Ja, je notitie is correct. Een perfect werkwoord beschrijft een voltooide actie, dus Past Simple Tse (belde) is een voorbeeld van een perfect werkwoord. Een onvolmaakt werkwoord beschrijft een lange en onafgemaakte actie. Hier was zo'n werkwoord eten. De betekenis van deze zin is dat de persoon tijdens een gesprek in het midden van een actie zat.
Stel dat de tijd die het kost om een klus te klaren omgekeerd evenredig is met het aantal werknemers. Dat wil zeggen, hoe meer werknemers er aan het werk zijn, hoe minder tijd er nodig is om de klus te klaren. Zijn er 2 werknemers 8 dagen nodig om een baan te voltooien, hoe lang duurt het dan 8 werknemers?

8 werknemers zullen de klus in 2 dagen afmaken. Laat het aantal werknemers w zijn en de dagen die nodig zijn om een klus te klaren is d. Vervolgens wordt prop 1 / d of w = k * 1 / d of w * d = k; w = 2, d = 8:. k = 2 * 8 = 16: .w * d = 16. [k is constant]. Daarom is de vergelijking voor taak w * d = 16; w = 8, d =? :. d = 16 / w = 16/8 = 2 dagen. 8 werknemers zullen de klus in 2 dagen afmaken. [Ans]
In 80% van de gevallen gebruikt een werknemer de bus om naar het werk te gaan. Als hij de bus neemt, is er een kans dat 3/4 op tijd aankomt. Gemiddeld komen 4 dagen op 6 op tijd op het werk. Vandaag de dag Werknemer kwam niet op tijd om te werken. Wat is de kans dat hij een bus neemt?

0.6 P ["hij neemt bus"] = 0.8 P ["hij is op tijd | hij neemt de bus"] = 0.75 P ["hij is op tijd"] = 4/6 = 2/3 P ["hij neemt bus | hij is NIET op tijd "] =? P ["hij neemt bus | hij is NIET op tijd"] * P ["hij is NIET op tijd"] = P ["hij neemt bus EN hij is NIET op tijd"] = P ["hij is NIET op tijd | hij neemt bus "] * P [" hij neemt bus "] = (1-0.75) * 0.8 = 0.25 * 0.8 = 0.2 => P [" hij neemt bus | hij is NIET op tijd "] = 0.2 / (P [ "hij is NIET op tijd"]) = 0.2 / (1-2 / 3) = 0.2 / (1/3) = 0.6