Er zijn 134 studenten in de vijfde klas. Zes studenten gaan in een combinatieklas en de rest gaat in vier klassen van het vijfde leerjaar. Hoeveel studenten zitten er in elke 5de klas?
Begin door 6 af te trekken van het totaal van 134 134-6 = 128 Splits het resulterende totaal vervolgens in 4 klassen 128/4 = 32
Er zijn studenten en banken in een klaslokaal. Als er 4 studenten in elke bank zitten, zijn er 3 banken vrij. Maar als 3 studenten in een bank zitten, blijven er 3 studenten staan. Wat zijn de totale aantallen. van studenten ?
Het aantal studenten is 48 Laat het aantal studenten = y laat het aantal banken = x van de eerste stelling y = 4x - 12 (drie lege banken * 4 studenten) van de tweede stelling y = 3x +3 Vervanging van vergelijking 2 in vergelijking 1 3x + 3 = 4x - 12 herschikken x = 15 Vervangen van de waarde voor x in vergelijking 2 y = 3 * 15 + 3 = 48
De heer Brown deelt met de klas dat 70% van de studenten een A op de Engelse vocabulaire-quiz heeft gekregen. Als Mr. Brown 100 studenten heeft, hoeveel van de studenten hebben een A van de quiz ontvangen?
70 We zoeken 70% van de 100 studenten. Ten eerste moeten we 70% omzetten in 0.7 Nu hebben we 0.7 xx 100, wat gelijk is aan 70