Van de 40 studenten zijn er 14 bezig met de Engelse compositie en 29 met de scheikunde. Als er vijf studenten in beide klassen zijn, hoeveel studenten zitten er dan in geen van beide klassen?

Van de 40 studenten zijn er 14 bezig met de Engelse compositie en 29 met de scheikunde. Als er vijf studenten in beide klassen zijn, hoeveel studenten zitten er dan in geen van beide klassen?
Anonim

Antwoord:

# "het antwoord is 2" #

Uitleg:

# "alle studenten:" 40 #

# "Alleen chemie:" 29 #

# "Alleen Engels:" 14 #

# "Beide:" 5 #

# "Chemie + Engels:" 29 + 14-5 = 38 #

# "others = all student- (Chemistry + English)" #

# "Anderen = 40-38 = 2" #