Wat betekent de coëfficiënt A, B, C en D voor de grafiek y = D pm A cos (B (x pm C))?

Wat betekent de coëfficiënt A, B, C en D voor de grafiek y = D pm A cos (B (x pm C))?
Anonim

De algemene vorm van de cosinus functie kan worden geschreven als

#y = A * cos (Bx + -C) + -D #, waar

# | A | # - amplitude;

# B # - cycli van #0# naar # 2pi # -> #period = (2pi) / B #;

# C # - horizontale verschuiving (bekend als faseverschuiving wanneer # B # = 1);

# D # - verticale verschuiving (verplaatsing);

#EEN# beïnvloedt de amplitude van de grafiek, of de helft van de afstand tussen de maximale en minimale waarden van de functie. dit betekent dat toenemend #EEN# zal de grafiek verticaal uitrekken, terwijl deze afneemt #EEN# zal de grafiek verticaal krimpen.

# B # beïnvloedt de periode van de functie. Sinds de periode van de cosinus is # (2pi) / B #, een waarde van # 0 <B <1 # zorgt ervoor dat de periode groter is dan # 2pi #, die de grafiek horizontaal zal rekken.

Als # B # is groter dan #1#. de periode zal minder zijn dan # 2pi #, dus de grafiek zal horizontaal krimpen. Een goed voorbeeld hiervan is

www.regentsprep.org/regents/math/algtrig/att7/sinusoidal.htm

Verticale en horizontale verschuivingen, # D # en # C #, zijn vrij eenvoudig, deze waarden hebben alleen betrekking op de verticale en horizontale posities van de grafiek, niet op de vorm ervan.

Dit is een goed voorbeeld van verticale en horizontale verschuivingen:

www.sparknotes.com/math/trigonometry/graphs/section3.rhtml