Dergelijke stromen worden aangeduid als wisselstromen en sinusvormig in de loop van de tijd.
Afhankelijk van het feit of het circuit overwegend capacitief of inductief is, kan er een faseverschil zijn tussen de spanning en de stroom: de stroom kan leiden of deze kan achterlopen op de spanning.
Dergelijke dingen worden niet waargenomen in gelijkstroomcircuits.
De spanning
Waar
De stroom wordt gegeven door,
Sukhdev had een zoon en een dochter. Hij besloot zijn eigendom onder zijn kinderen te verdelen, 2/5 van zijn bezittingen aan zijn zoon en 4/10 aan zijn dochter en rustte in een liefdadigheidsinstelling. Wiens aandeel was meer een zoon of een dochter? Wat vind je van zijn beslissing?
Ze ontvingen hetzelfde bedrag. 2/5 = 4/10 rarr Je kunt de teller van de eerste breuken (2/5) en de noemer met 2 vermenigvuldigen om 4/10 te krijgen, een equivalent breuk. 2/5 in decimale vorm is 0,4, hetzelfde als 4/10. 2/5 procent is 40%, hetzelfde als 4/10.
Waarom trekken twee draden met stroom die in dezelfde richting stromen elkaar aan en stoten twee draden met stroming in tegengestelde richting af?
Een elektrische stroom creëert een magnetisch veld. De velden trekken aan of afstoten afhankelijk van hun oriëntatie. U kunt de richting van het magnetische veld op een draad bepalen door uw rechterduim in de richting van de stroom af te beelden.De vingers van je rechterhand wikkelen zich rond de draad in dezelfde richting als het magnetische veld. Met twee stromingen in tegengestelde richtingen kun je vaststellen dat de magnetische velden in dezelfde richting zijn en daarom afstoten. Wanneer de stromen in dezelfde richting stromen, zal het magnetische veld tegenovergesteld zijn en zullen de draden aantrekken. Zo
Met het gegeven patroon dat hier doorgaat, hoe noteer je de n-de termijn van elke reeks die door het patroon wordt gesuggereerd? (A) -2,4, -6,8, -10, .... (B) -1,1, -1,1, -1, .....
(A) a_n = (-1) ^ n * 2n (B) b_n = (-1) ^ Gegeven: (A) -2, 4, -6, 8, -10, ... (B) -1 , 1, -1, 1, -1, ... Merk op dat om afwisselende tekens te krijgen, we het gedrag van (-1) ^ n kunnen gebruiken, dat een geometrische reeks vormt met eerste term -1, namelijk: - 1, 1, -1, 1, -1, ... Daar is ons antwoord op (B) al: de nde term wordt gegeven door b_n = (-1) ^ n. Voor (A) merk op dat als we de tekens negeren en de volgorde 2, 4, 6, 8, 10, ... beschouwen, dan zou de algemene term 2n zijn. Daarom vinden we dat de formule die we nodig hebben: a_n = (-1) ^ n * 2n