Jake, Lionel en Wayne werken als huisschilders voor Paint Well Company. Jake kan in t uur 1 kamer verven. Lionel kan een kamer 2 uur sneller schilderen dan Jake kan. Wayne kan 2 kamers schilderen in 3 keer het aantal uren dat Lionel neemt om 1 kamer te schilderen?
12/7 uur om 1 kamer te schilderen als ze allemaal samen werken kleur (rood) ("U hebt de werksnelheid gedefinieerd maar niet het aantal kamers" kleur (rood) ("te worden geverfd.) Ik zal dit uitwerken voor 1 kamer en je zult "rood moeten kleuren" ("deel dit uit (of omlaag) voor hoeveel kamers je ook nodig hebt.") Alleen voor 1 kamer: Jake -> 1xxt "kamer uren" Lional-> 1xx (t-2 ) "kamer uren" Wayne-> 1xx (3 (t-2)) / 2 "kamer uren" larr "2 kamers in" 3 (t-2) '~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Jan kan het huis van de buren 3 keer zo snel schilderen als Bailey. Het jaar dat Jan en Bailey samenwerkten, duurde het twee dagen. Hoe lang zou het duren om het huis te schilderen?
Jan kan het werk in 2 2/3 dagen doen; Bailey duurt drie keer langer, of 8 dagen alleen. Dit is een voorbeeld van een algemeen type vraag waarin staat hoe lang het duurt voor elk van twee mensen om een taak uit te voeren, en vervolgens wordt gevraagd hoe lang het zou duren voordat beide samen zouden werken om die taak uit te voeren. Dit probleem is het eenvoudigst te doen door rekening te houden met de wederkerigheid van de informatie die u krijgt. Dat wil zeggen schrijf uitdrukkingen die de snelheid aangeven waarmee elk werkt (per dag). Laten we zeggen dat Jan er dagen over doet om het werk te doen. Dan moet Bailey 3 dage
Persoon A kan het huis van de buren 5 keer zo snel schilderen als persoon B. Het jaar A en B werkten samen, het kostte ze 5 dagen. Hoe lang zou het duren voordat elke persoon A en persoon B het huis zouden schilderen?
Zie hieronder. Het duurde 5 dagen om het huis te schilderen. Persoon A schildert 5 keer zo snel als persoon B, dus in 5 dagen schildert persoon A 5 / 6de van het huis, en persoon B schilderde 1/6 van het huis. Voor persoon A: 5 dagen = 5/6 1 dag = 1/6 6 * (1/6) = 6 * 1 dag = 6 dagen. (om het hele huis te schilderen) Persoon B: 5 dagen = 1/6 1 dag = 1/30 30 * (1/30) = 30 * 1 dag = 30 dagen. (om het hele huis te schilderen)