Josie had 1/6 van een appeltaart. Ze gaf 3/5 van wat ze had met haar vriend Brian. Welke fractie van de hele taart heeft Brian gekregen?

Josie had 1/6 van een appeltaart. Ze gaf 3/5 van wat ze had met haar vriend Brian. Welke fractie van de hele taart heeft Brian gekregen?
Anonim

Antwoord:

Brian kreeg 1/10 van de hele taart.

Uitleg:

We kunnen deze vraag herschrijven als:

Wat is #3/5# van #1/6#?

In de wiskunde betekent het woord "van" "tijden" of "vermenigvuldigen". Dus we kunnen ons probleem herschrijven als:

# 3/5 xx 1/6 #

# (3 xx 1) / (5 xx 6) #

#3/30#

# (3 xx 1) / (3 xx 10) #

# 3/3 xx 1/10 #

# 1 xx 1/10 #

#1/10#