Drie pompen kunnen in totaal 1700 gallons water per minuut uit een overstroomde mijnschacht verwijderen. Als technici minstens 5500 gallons per minuut willen verwijderen, hoeveel pompen moeten ze dan gebruiken?
Kleur (blauw) (10) waterpompen Schrijf eerst een vergelijking en los op hoeveel liters water per minuut elke pomp verwijdert: 1700 = 3 * G G staat voor de liters water die één pomp per minuut kan verwijderen. G = 566.bar66 ~~ 566.67 gallons per minuut Schrijf vervolgens een vergelijking en los op om te zien hoeveel pompen nodig zijn om minstens 5500 gallons per minuut te verwijderen: 5500 = P * GG = gallons water per minuut per pomp P = getal van pompen 5500 <= 566.67P 9.706 = P ~~ 9.71 Sinds 9.71 pompen pompen 5500 gallons per minuut, en je kunt geen fractie van een pomp hebben. rond tot 10 pompen. Controleer
Welk deel van het lichaam zorgt voor het verwijderen van vloeibaar en gasvormig afval uit het lichaam?
In de eerste plaats de dikke darm, nieren (voedselvertering) en de longen (ademhaling). De dikke darm is het laatste stadium in het spijsverteringsproces, dat vloeistof terugwint die vervolgens door de nieren wordt verwerkt. De nieren doen de feitelijke scheiding / concentratie van afvalvloeistoffen voor uitscheiding. De dikke darm verzamelt en verspreidt ook alle gasvormige afvalstoffen en bijproducten van het verteringsproces. De longen zijn ook een belangrijk orgaan voor het verwijderen van rookgasproducten uit de ademhaling. Zie ook: www.healthblurbs.com/human-body-waste-metabolic-waste-products-for-excretion/ en voor
Waarom is het zoveel gemakkelijker om een elektron te verwijderen uit een atoom met een grote atomaire massa dan om een proton te verwijderen?
Elektronen in hogere orbitalen zijn gemakkelijker te verwijderen dan lagere orbitalen. Grote atomen hebben meer elektronen in hogere orbitalen. Het Bohr-model van het atoom heeft een centrale kern van protonen / neutronen en een buitenste wolk van elektronen die rond de kern ronddraaien. In de natuurlijke toestand van het atoom komt het aantal elektronen exact overeen met het aantal protonen in de kern. Deze elektronen wervelen rond in discrete orbitalen van toenemende afstand van de kern. We geven deze orbitalen aan als s, p, d en f met s het dichtst bij de kern en f verder weg. Elke orbitaal kan slechts een beperkt aanta