Hoe veranderde de geallieerde bombardementen op Duitsland in 1942 de oorlog?

Hoe veranderde de geallieerde bombardementen op Duitsland in 1942 de oorlog?
Anonim

Antwoord:

De geallieerde strategische bomaanslag op Duitsland in 1942 was beperkt in zijn effect, maar het groeide al snel uit tot een beslissende oorlog winnende operatie tegen het Reich en droeg bij tot de overwinning van 1945.

Uitleg:

Strategische bombardementen waren een nieuwe manier om oorlog te voeren in de Tweede Wereldoorlog en vereisten tijd en middelen om te rijpen. De Duitse Luftwaffe begon in 1939 en 1940 (Warschau, Rotterdam en de Slag om Engeland). De RAF had zich teruggehouden van het bombarderen van Duitse steden tot mei 1940.

Britse zware bommenwerpers waren geavanceerder dan die van de landen van de As. Een zware bommenwerper is een 'bomwagen' waarvan het nut is om zware lasten over lange afstanden te vervoeren, de veelzijdigheid die middelgrote bommenwerpers nodig hebben is niet nodig. De Britten ontdekten echter al snel dat de verliespercentages te hoog waren als ze bij daglicht aanvielen. Na een jaar (1940-41) vonden ze dat hun nauwkeurigheid 's nachts erg slecht was, aangezien minder dan 50% van hun bommen binnen drie mijl van hun doelen terechtkwam.

In 1941-2 introduceerde de RAF langzaam Pathfinders (vliegtuigen met uitstekende navigators) om doelwitten met fakkels 's nachts te markeren, betere bommenwerpers te brengen en hun kracht te vergroten.

In 1942 sloot de VS zich aan bij het offensief, maar gaf de voorkeur aan zware bommenwerpers zoals de B-17, die zware defensieve bewapening had en - zoals de theorie ging - bij daglicht het doelwit konden bereiken als ze in dichte formaties vlogen.

In 1943 begon de USAAF eindelijk met het bombarderen van steden in Duitsland, maar het was het Britse gebruik van nieuwe radars (Oboe, H2S) die Duitsland echt alarmeren omdat de RAF eindelijk de echte vernietiging veroorzaakte van de steden die ze aanvielen. De Hamburg Raids van augustus 1943 ontdeden een groot deel van de stad en doodden tienduizenden mensen.

In 1944 konden de RAF-invallen meer dan 1.000 zware bommenwerpers 's nachts in beslag nemen, en de USAAF zou met nog meer overdag komen. Een groeiend aantal escort-jagers en nachtinbrekers hebben ook veel gedaan om het verliespercentage te verlagen.

Vlak voor D-Day begon de bombardementscampagne zich te concentreren op twee belangrijke doelen: Railroad-hubs en Duitse synthetische olie-installaties. Tegen het einde van 1944 verloor Duitsland een toenemende hoeveelheid van zijn spoorwegcapaciteit en zijn oorlogsmachine had weinig brandstof.

Duitsland - vooral na 1943 - trok ook het merendeel van zijn gevechtsvliegtuigen uit de frontlinies om zijn steden te verdedigen, en had tienduizenden afweergeschut nodig voor luchtverdediging. Dit maakte een significant verschil op de slagvelden op beide fronten.