Stan heeft 52 kwartalen en stuivers. Hij heeft drie keer zoveel stuivertjes als kwartalen. Hoeveel geld heeft hij?

Stan heeft 52 kwartalen en stuivers. Hij heeft drie keer zoveel stuivertjes als kwartalen. Hoeveel geld heeft hij?
Anonim

Antwoord:

$5.20

Uitleg:

Begin met het vormen van een vergelijking:

We weten dat er in totaal 52 munten bestaan uit kwartalen en stuivers.

Het aantal stuivers plus het aantal kwartalen is dus gelijk aan 52.

algebraïsch: # N + q = 52 #

waar # N # is het aantal stuivers en # Q # is het aantal kwartalen.

We weten dat er driemaal zoveel stuivers zijn als kwartalen, dus het aantal stuivers # N # is 3 keer het aantal kwartalen # Q #:

# N = 3q #

Vervang dat in onze initiële vergelijking om het volgende te verkrijgen:

# 4q = 52 #

welke kan worden opgelost om te krijgen:

Q = # 13 #

dus er zijn 13 kwartalen.

Gebruik dit resultaat om het aantal stuivers uit de eerste vergelijking te vinden:

# N + 13 = 52 #

zo:

# N = 39 #

controleren:

#39/13=3#

Nickels zijn 5 cent waard en kwartalen zijn 25 cent waard.

Dus totaal geld # T = (39xx5) + (13xx25) = 520 # cents

#520# cents#=$5.20#