Wat zijn de transformatieregels - in het bijzonder van verwijding, rotatie, reflectie en vertaling?

Wat zijn de transformatieregels - in het bijzonder van verwijding, rotatie, reflectie en vertaling?
Anonim

Antwoord:

De regels voor vertaling (verschuiving), omwenteling, reflectie en dilatatie (schalen) op een tweedimensionaal vlak zijn hieronder.

Uitleg:

  1. Regels van vertaling (verschuiving)

    U moet twee parameters kiezen: (a) richting van de vertaling (rechte lijn met een gekozen richting) en (b) lengte van de verschuiving (scalair). Deze twee parameters kunnen worden gecombineerd in één concept van een vector.

Eenmaal gekozen, om een afbeelding van een willekeurig punt in een vlak te construeren als resultaat van deze transformatie, moeten we een lijn trekken vanaf dit punt parallel aan een vector van vertaling en in dezelfde richting als gekozen op de vector, een punt verplaatsen langs deze lijn op een gekozen lengte.

  1. Regels van omwenteling

    U moet twee parameters kiezen: (a) rotatiemiddelpunt - een vast punt op een vlak en (b) rotatiehoek.

Eenmaal gekozen, om een afbeelding van een willekeurig punt in een vlak te construeren als resultaat van deze transformatie, moeten we een rotatiecentrum verbinden met een vector met ons punt en vervolgens deze vector roteren rond een rotatiecentrum met een hoek die overeenkomt met een gekozen draaihoek.

  1. Regels van reflectie

    U hoeft slechts één parameter te kiezen - de as (of lijn) van reflectie.

Eenmaal gekozen, om een beeld van een punt in een vlak te construeren als een resultaat van deze transformatie, moeten we een loodrechte punt vanaf ons punt op een reflectieas laten vallen en het naar de andere kant van het vlak voorbij deze as uitbreiden door dezelfde afstand.

  1. Regels van dilatatie (schaal)

    U moet twee parameters kiezen: (a) middelpunt van de schaal en (b) factor van de schaal.

Nadat een afbeelding is geconstrueerd om een afbeelding van een willekeurig punt in een vlak te construeren als resultaat van deze transformatie, moeten we een schaalpunt met ons punt verbinden en dit segment met een schaalfactor rekken of krimpen, waarbij het middelpunt van de schaal op zijn plaats blijft. Factoren groter dan 1 zullen het segment rekken, factoren van 0 tot 1 krimpen dit segment. Negatieve factoren keren de richting van een segment om naar de andere kant dan het midden.