Antwoord:
De mijne, de jouwe, de zijne, de onze, de onze.
Uitleg:
Het boek was van mij. (Het boek was van mij.)
Het kluisje was van jou. (Het kluisje was van jou.)
De trui was van hem. (De trui was van hem.)
De bal was van haar. (De bal was van haar.)
Hij wiebelde met zijn tenen. (Zijn tenen behoorden ertoe.)
Het ijs was van ons. (Het ijs was van ons.)
De kamer was van hen. (De kamer was van hen.)
Wat is een voornaamwoord? Is "mijn" een voornaamwoord? De manier waarop het in de onderstaande zin wordt gebruikt: Mijn leraar zei dat mijn wiskunde vandaag is geannuleerd.
Ja, het woord "mijn" is een voornaamwoord. In plaats van zelfstandig naamwoord gebruiken we een voornaamwoord. Het is ook een voornaamwoord, maar het wordt bezittelijk bijvoeglijk naamwoord genoemd. Mijn, jouw, zijn, haar, zijn, onze, en hun zijn bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden, woorden die de plaats innemen van bezittelijke zelfstandige naamwoorden. Het bezittelijke adjectief "mijn" neemt de plaats in van de bezittelijke vorm van het zelfstandig naamwoord (naam) voor de sprekende persoon. We moeten weten of we twee zelfstandige naamwoorden één voor één gebruiken zoals andere l
Wat is het verschil tussen een objectief voornaamwoord en een subjectief voornaamwoord?
De objectieve voornaamwoorden zijn voornaamwoorden die functioneren als het voorwerp van een werkwoord of een voorzetsel. - De objectieve voornaamwoorden zijn: ik, wij, hem, zij, en wie. De subjectieve voornaamwoorden zijn voornaamwoorden die functioneren als het onderwerp van een zin of een zin. - De subjectieve voornaamwoorden zijn: ik, wij, hij, zij, zij en wie. Alle andere voornaamwoorden kunnen als objectief of subjectief functioneren. Voorbeeldgebruik van objectieve voornaamwoorden: de cake is vers. Ik heb het vandaag gemaakt. - direct voorwerp van het werkwoord 'made'. Mam gaf me haar recept voor engelenkoek
Wat is het derde persoon-enkelvoudig, mannelijk, objectief geval persoonlijk voornaamwoord? Wat is het mannelijke voornaamwoord dat dezelfde vorm gebruikt voor bezittelijk bijvoeglijk naamwoord en onafhankelijk bezittelijk?
Hem, zijn, zijn "derde persoon, enkelvoud, mannelijk, objectief geval, persoonlijk voornaamwoord" is "hem". (Ter vergelijking, hetzelfde voornaamwoord maar in het subjectieve geval is "hij"). Het bezittelijke bijvoeglijk naamwoord is "zijn". De onafhankelijke bezittelijke vraag, vraagt (denk ik) om het woord "zijn".