Tweede wet van de thermodynamica waarin staat dat er veranderingen zullen optreden om de entropie van een systeem te vergroten.
Toenemende entropie betekent dat deeltjes overgaan van een meer geordende staat naar een minder geordende (of georganiseerde toestand).
Wanneer vloeibaar water bijvoorbeeld in een container zit, heeft het een redelijk hoog niveau van orde. Naarmate het water verdampt, gaan de watermoleculen over van de vloeibare toestand, waar ze in hogere mate geordend worden in de gasfase wanneer ze een verhoogde entropie (willekeurigheid) hebben.
Wat zijn enkele veelvoorkomende fouten die studenten maken met niet-spontane processen?
De eerste fout is om te denken dat deze transformaties onmogelijk zijn. Tweede vergissing is te denken dat elk proces dat gehinderd wordt niet-spontaan is. De derde fout is te denken dat endotherme processen niet-spontaan zijn. Een niet-spontaan of endoergonisch proces is een proces dat niet op zichzelf kan plaatsvinden, zonder externe drijvende kracht. Maar het is mogelijk (eerste fout) met externe interventie (energie-inputs, of koppeling met andere processen). Waterontleding is bijvoorbeeld een niet-spontaan proces. Het kan niet gebeuren zonder een externe input van energie (zeer hoge temperatuur of elektrische krachten
Wat zijn de kenmerken van spontane / niet-spontane reacties?
Goed om een tekstboek te citeren ... ". De Gibbs-vrije energie is het enige ondubbelzinnige criterium voor" "spontaniteit van chemische verandering." Een reactie waarvoor DeltaG ^ @ 0 SPONTAAN is; als DeltaG ^ @ 0 is de reactie niet-spontaan.
Waarom zijn alle spontane processen niet exotherm?
Alle spontane processen zijn niet exotherm, omdat het de Gibbs-vrije energie is die de spontaniteit bepaalt, niet de enthalpie. Een proces is spontaan als de vrije energie van Gibbs negatief is. Een belangrijke uitdrukking voor de Gibbs vrije energie wordt gegeven door DeltaG = DeltaH - T DeltaS Waar Delta S de verandering in entropie is en T de absolute temperatuur in K. Je zult opmerken dat deze uitdrukking zelfs positief kan zijn met een negatieve enthalpie verandering ( exotherm proces) als de entropieverandering negatief is en de temperatuur hoog genoeg is. Een praktisch voorbeeld is de condensatie van stoom. Dit is e