Twee hoeken van een driehoek hebben dezelfde maten, maar de maat van de derde hoek is 36 ° minder dan de som van de andere twee. Hoe vind je de maat van elke hoek van de driehoek?
De drie hoeken zijn 54, 54 en 72 De som van de hoeken in een driehoek is 180 Laat de twee gelijke hoeken zijn x Dan is de derde hoek gelijk aan 36 minder dan de som van de andere hoeken is 2x - 36 en x + x + 2x - 36 = 180 Oplossen voor x 4x -36 = 180 4x = 180 + 36 = 216 x = 216-: 4 = 54 Dus 2x - 36 = (54 xx 2) - 36 = 72 BEKIJKEN: De drie hoeken zijn 54 + 54 + 72 = 180, dus antwoord correct
Hoek A en B zijn complementair. De maat van hoek B is drie keer de maat van hoek A. Wat is de maat van hoek A en B?
A = 22.5 en B = 67.5 Als A en B complementair zijn, A + B = 90 ........... Vergelijking 1 De maat van hoek B is driemaal de maat van hoek AB = 3A ... ........... Vergelijking 2 Vervanging van de waarde van B uit vergelijking 2 in vergelijking 1, we krijgen A + 3A = 90 4A = 90 en daarom A = 22,5 Deze waarde van A in een van de vergelijkingen zetten en oplossen voor B, we krijgen B = 67,5 dus A = 22,5 en B = 67,5
Een driehoek is zowel gelijkbenig als acuut. Als een hoek van de driehoek 36 graden meet, wat is dan de maat van de grootste hoek (en) van de driehoek? Wat is de maat van de kleinste hoek (en) van de driehoek?
Het antwoord op deze vraag is eenvoudig, maar vereist enige wiskundige algemene kennis en gezond verstand. Gelijkbenige driehoek: - Een driehoek waarvan de enige twee zijden gelijk zijn, wordt een gelijkbenige driehoek genoemd. Een gelijkbenige driehoek heeft ook twee gelijke engelen. Acute driehoek: - Een driehoek waarvan alle engelen groter zijn dan 0 ^ @ en kleiner dan 90 ^ @, dat wil zeggen dat alle engelen acuut zijn, wordt een acute driehoek genoemd. Gegeven driehoek heeft een hoek van 36 ^ @ en is zowel gelijkbenig als acuut. impliceert dat deze driehoek twee gelijke engelen heeft. Nu zijn er twee mogelijkheden voor