Antwoord:
Kosten =
Uitleg:
We kennen de kosten van elk boek met postzegels niet, maar wat het ook was, Spencer kocht er drie.
Laten we de waarde noemen die we niet kennen,
Het geld besteed aan de postzegelboeken is:
Hij heeft ook geld besteed aan het versturen van het pakket, maar dat bedrag weten we wel.
Zijn totale kosten zijn dan ook het geld dat aan de boeken wordt besteed, ook op de mailing.
Kosten =
Dit is een uitdrukking die we niet kunnen vereenvoudigen.
Jack werkt in een boekhandel. Hij heeft 300 boeken op voorraad in de schappen. Tot nu toe heeft hij vandaag 120 boeken in voorraad. Welk percentage van de boeken heeft hij nog in voorraad?
Jack heeft 60% van de resterende boeken om te stapelen. Van de 300 boeken zijn er 120 gestapeld. Dat laat (300-120) = 180 boeken om te worden gestapeld. We kunnen het percentage (x) bepalen door de vergelijking: 300xx x / 100 = 180 3x = 180 Deel beide kanten door 3. x = 60
Ky heeft drie keer zoveel boeken als Grant en Grant heeft zes boeken minder dan Jaime. Als het totale gecombineerde aantal boeken 176 is, hoeveel boeken heeft Jaime dan?
Zie een oplossingsproces hieronder: plaats altijd eerst uw variabelen en geef ze een naam. Dus, laten we bellen: - Het aantal boeken dat Ky heeft: k - Het aantal boeken dat Grant heeft: g - Het aantal boeken dat Jamie heeft: j Vervolgens kunnen we de drie vergelijkingen schrijven uit de informatie in het probleem: Vergelijking 1: k = 3g Vergelijking 2: g = j - 6 Vergelijking 3: k + g + j = 176 Los eerst vergelijking 2 op voor j: g = j - 6 g + kleur (rood) (6) = j - 6 + kleur ( rood) (6) g + 6 = j - 0 g + 6 = jj = g + 6 Vervolgens kunnen we met behulp van dit resultaat (g + 6) vervangen door j in vergelijking 3. En met verg
Nathan koopt een combinatie van postzegels van 45 cent en postzegels van 65 cent op het postkantoor. Als hij precies $ 24,50 uitgeeft aan 50 zegels, hoeveel van elk type heeft hij dan gekocht?
Het aantal van 45 cent stempels is 40 en het aantal 65 cent stempels is 10. Laat het nee. van 45 cent stempels gebracht worden x en de nee. van 65 cent stempels gebracht worden y. Vergelijking 1: x + y = 50 Vergelijking 2: 45x + 65y = 2450 Bij het oplossen van de twee vergelijkingen, krijg je x = 40 y = 10