Nathan koopt een combinatie van postzegels van 45 cent en postzegels van 65 cent op het postkantoor. Als hij precies $ 24,50 uitgeeft aan 50 zegels, hoeveel van elk type heeft hij dan gekocht?

Nathan koopt een combinatie van postzegels van 45 cent en postzegels van 65 cent op het postkantoor. Als hij precies $ 24,50 uitgeeft aan 50 zegels, hoeveel van elk type heeft hij dan gekocht?
Anonim

Antwoord:

Het aantal 45 centzegels is 40 en het aantal 65 centzegels is 10.

Uitleg:

Laat het nee. van 45 cent stempels gebracht worden x en de nee. van 65 cent stempels gebracht worden y.

Vergelijking 1: #x + y = 50 #

Vergelijking 2: # 45x + 65y = 2450 #

Bij het oplossen van de twee vergelijkingen krijg je

#x = 40 #

#y = 10 #

Antwoord:

# 40 "45 cent stempels en" 10 "65 cent stempels" #

Uitleg:

# "laat x het aantal 45 cent-stempels zijn" #

# "en y zijn het aantal 65 cent stempels" #

# X + y = 50to (1) #

# 0.45x + 0.65y = 24.5to (2) #

# "om x te vermenigvuldigen" (1) "by 0.45" # te elimineren

# (1) to0.45x + 0.45y = 22.5to (3) #

# "aftrekken term per term om x te elimineren" #

#(2)-(3)#

# (0.45x-0.45x) + (0.65y-0.45y) = (24,5-22,5) #

# RArr0.2y = 2rArry = 10 #

# "substitute" y = 10 "in" (1) #

# (1) tox + 10 = 40 = 50rArrx #

#color (blauw) "Als vinkje" #

# (2) tot (0.45xx40) + (0.65xx10) = 24.5 "correct" #