Antwoord:
De twee nummers zijn
Uitleg:
Laat de cijfers zijn
De bovenstaande uitdrukkingen toevoegen
De bovenstaande uitdrukkingen aftrekken
Controleren:
De twee nummers zijn
De som van twee opeenvolgende getallen is 77. Het verschil van de helft van het kleinere getal en een derde van het grotere getal is 6. Als x het kleinere getal is en y het grotere getal, welke twee vergelijkingen de som en het verschil van de nummers?
X + y = 77 1 / 2x-1 / 3y = 6 Als u de cijfers wilt weten die u kunt blijven lezen: x = 38 y = 39
De som van twee getallen is 15. Eén getal is twee keer zo groot als het tweede getal. Wat zijn de twee nummers? Welke verklaring zou u gebruiken?
Y = 5 x = 10 Laat x een getal zijn en laat y het andere getal zijn: x + y = 15 x = 2y Vervang 2y voor x: 2y + y = 15 3y = 15 y = 5 x = 10
Het ene getal is groter dan het andere getal met vijftien, als 5 keer het grotere aantal minus twee keer het kleinere getal drie is? vind de twee nummers.
(-9, -24) Stel eerst een systeem van vergelijkingen in: stel het grotere getal in op x en het kleinere getal op y Hier zijn de twee vergelijkingen: x = y + 15 Merk op dat u 15 tot y toevoegt omdat deze 15 kleiner is dan x. en 5x-2y = 3 Vanaf hier zijn er een paar manieren om dit systeem op te lossen. De snelste manier zou echter zijn om de hele eerste vergelijking te vermenigvuldigen met -2 om te krijgen: -2x = -2y-30 herschikken dit geeft -2x + 2y = -30. Je twee vergelijkingen zijn -2x + 2y = -30 en 5x-2y = 3 U kunt nu eenvoudig de twee functies samenvoegen en de y-term annuleren. Dit geeft een enkele variabelvergelijking