Antwoord:
Het is niet echt waar. De stelling van Pythagoras (zijn omgekeerde, echt) kan op elke driehoek worden gebruikt om ons te vertellen of het een juiste driehoek is.
Uitleg:
Laten we bijvoorbeeld de driehoek met zijden 2,3,4 controleren:
Maar natuurlijk
De stelling van Pythagoras is een speciaal geval van de Wet van Cosinus voor
Twee gelijkbenige driehoeken hebben dezelfde basislengte. De poten van een van de driehoeken zijn twee keer zo lang als de benen van de ander. Hoe vind je de lengtes van de zijden van de driehoeken als hun omtrek 23 cm en 41 cm zijn?
Elke stap wordt zo lang getoond. Spring over de stukjes die je kent. Basis is 5 voor beide De kleinere poten zijn elk 9 De langere poten zijn 18 elk Soms helpt een snelle schets bij het vinden van wat te doen Voor driehoek 1 -> a + 2b = 23 "" ........... .... Vergelijking (1) Voor driehoek 2 -> a + 4b = 41 "" ............... Vergelijking (2) ~~~~~~~~~~~~~~ ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ : a = 23-2b "" ......................... Vergelijking (1_a) Trek voor vergelijking (2) 4b van beide zijden af en geef daarb
Wat zijn 3 werkwoorden die alleen als transitieve werkwoorden kunnen worden gebruikt en 3 die alleen als intransitieve werkwoorden kunnen worden gebruikt?
Schoppen, willen en gooien zijn voorbeelden van transitieve werkwoorden. Arriveren, gaan en lopen zijn voorbeelden van intransitieve werkwoorden. Een transitief werkwoord is een werkwoord dat een actie of activiteit beschrijft en dat een direct doel heeft. De eenvoudigste manier om erachter te komen of een werkwoord een direct doel heeft, is om de vraag te stellen wie of wat na het werkwoord. Bijvoorbeeld: Robert gooide de bal. (Robert gooide wat? Robert gooide de bal. 'De bal' is een direct voorwerp van het gebruikte werkwoord, vandaar dat het werkwoord transitief is.) Priya trapt haar broer wanneer hij haar plaag
Op een boerderij worden 12 van elke 20 hectare grond gebruikt voor het verbouwen van gewassen. Tarwe wordt geteeld op 5/8 van het land dat wordt gebruikt voor het verbouwen van gewassen. Welk percentage van de totale oppervlakte van het land wordt gebruikt om tarwe te verbouwen?
3/8 of 37,5% Je antwoord is = 12 / 20times5 / 8 = 60 / 20times1 / 8 = 3/8 Het betekent dat 3 van de 8 acres land voor tarwe zijn. In percentage is het 37,5. 37,5 procent.