Waarom is elektrische lading een scalaire hoeveelheid?

Waarom is elektrische lading een scalaire hoeveelheid?
Anonim

Antwoord:

Niets is een vector totdat hij is gedefinieerd met een richting.

Elektrische lading is een scalaire hoeveelheid omdat lading nooit is gegroeid naar het niveau van vectoren of tensoren die zowel grootte als richting vereisen.

Uitleg:

Elektrische lading is een elementair kwantiteit geboren uit elementen en ionen. Een van zijn opvallende kenmerken is dat tegen de tijd dat je erop wijst, het al ergens anders is. Maar we weten dat elektrische lading onder gunstige omstandigheden een kracht kan bereiken om beschikbaar te worden als kracht die we kunnen gebruiken.

We kunnen beginnen met atomaire ladingen te overwegen, die voornamelijk verband houden met het willekeurige zoemen van elektronen die rond een kern cirkelen en ronddraaien. Toen deze paden voor het eerst werden beschreven, waren het nette concentrische cirkels rond een centrale massa. Toen werden de paden elliptisch zoals afgebeeld in zoveel illustraties. Tegenwoordig worden elektronenpaden niet langer beschreven als paden, maar worden ze nu wolken van elektronen genoemd.

Als we elektronenbeweging vergelijken met die van een basisschoolkind, zouden we een klein bundeltje energie zien, dat alles in een totaal willekeurig traject afweert. Een van zijn opvallende kenmerken is dat tegen de tijd dat je erop wijst, het al ergens anders is. Er is zeker geen definieerbare richting (vector) die hier kan worden toegeschreven.

Er zijn uitzonderingen op de normale beweging van elektrische lading, zoals wanneer de elementaire studenten in een rij zijn gerangschikt om naar de klas te gaan of aan boord van de schoolbus te gaan. Dit is te vergelijken met een elektrisch veld dat wordt toegepast op de elektrische ladingen, waardoor ze in een veelomvattende volgorde worden opgesteld als gevolg van de externe invloed.

Wanneer de studenten in de bus zitten of in de klas zitten, zijn ze ook tijdelijk beperkt, vergelijkbaar met elektrische ladingen die door draden of geïntegreerde circuits lopen.

In het eerste geval is er sprake van een dominante externe invloed en in de tweede een fysieke beperking die de beweging regelt, maar beide zijn van korte duur in vergelijking met de algemene beweging van de onderwerpen. Nogmaals, er kan geen vector aan de beweging worden gekoppeld.