Mary heeft 21 munten waarvan de totale who's totale waarde 72 shilling is. Er zijn twee keer zoveel shilling-munten als er 10 shilling-munten zijn. De rest zijn een shilling-munten. Wat is het aantal van 10 shilling-munten dat Mary heeft?

Mary heeft 21 munten waarvan de totale who's totale waarde 72 shilling is. Er zijn twee keer zoveel shilling-munten als er 10 shilling-munten zijn. De rest zijn een shilling-munten. Wat is het aantal van 10 shilling-munten dat Mary heeft?
Anonim

Antwoord:

Mary heeft #3# aantal #10# shilling munten.

Uitleg:

Laat Mary heeft #X# aantal #10# shilling-munten, dan

Mary heeft # 2 x # aantal #5# shilling munten en

Maria heeft rust # 21- (x + 2 x) = 21 - 3 x # aantal #1# shilling

munten. Door gegeven voorwaarde, # x * 10 + 2 x * 5 + (21-3 x) * 1 = 72 #

#:. 10 x + 10 x -3 x = 72 -21 of 17 x = 51:. x = 51/17 = 3 #

Daarom heeft Maria #3# aantal #10# shilling-munten Ans

Antwoord:

Mary heeft #color (magenta) ("3 10" # shilling munten

Uitleg:

Laat het nee. van #10# shilling-munten die ze heeft #X#

Dus nee. van 5 shilling-munten is # 2x # en nee. van 1 shilling-munten is # 21- (2x + x) #

Waarde van:

1 shilling-munten # = 1 (21-3x) = 21-3x #

5 shilling-munten # = 5 (2x) = 10x #

10 shilling-munten # = 10 (x) = 10x #

Totale waarde#=72# shillings

d.w.z. #color (blauw) (21-3x + 10x + = 10x 72 # shillings

# -3x + 10x + 10x = 72-21 #

# = 17x 51 #

# X = 51/17 #

#color (darkorange) (x = 3 #

# Dus # Mary heeft #color (magenta) ("3 10" # shilling munten.