Antwoord:
Intransitief werkwoord heeft geen object nodig. In deze context is 'staan' een intransitief werkwoord.
Uitleg:
Stand werkwoord is zowel tra / intr
Veel werkwoorden zijn transitief (object nodig) of veel zijn beide tran / intr.
Sommige veel voorkomende werkwoorden zijn alleen tran.
Zoals, bespreken, impliceren, verhogen
Sommige veel voorkomende werkwoorden zijn intr.
zoals, huilen, opstaan etc.
Beide tra / intr
Breng, wens enz
Probleem is dat we niet weten welke!
Ik besprak het probleem in het Applied Linguistic-forum enkele jaren geleden op LinkedIn, waar veel beroemde Engelse grammatica's meestal rondzwierven om onze standpunten uit te wisselen.
Neen, niemand zei dat het een goede regel heeft om de specifieke te identificeren tenzij we ze elke dag in onze geest oefenen!
Speel met een goed woordenboek.
Jim heeft vandaag 17 minuten gespeeld, het aantal extra minuten dat hij minstens 9 minuten heeft gerend. Wat zijn de mogelijke totale aantallen minuten die hij zal lopen?
Het mogelijke aantal menuetten dat hij kan uitvoeren is theoretisch oneindig. De vergelijking zou m> 17 + 9 zijn, waarbij m = totaal aantal menuetten of m = 17 +9, dus elk getal gelijk aan of groter dan 26 zou werken.
Wat zijn 3 werkwoorden die alleen als transitieve werkwoorden kunnen worden gebruikt en 3 die alleen als intransitieve werkwoorden kunnen worden gebruikt?
Schoppen, willen en gooien zijn voorbeelden van transitieve werkwoorden. Arriveren, gaan en lopen zijn voorbeelden van intransitieve werkwoorden. Een transitief werkwoord is een werkwoord dat een actie of activiteit beschrijft en dat een direct doel heeft. De eenvoudigste manier om erachter te komen of een werkwoord een direct doel heeft, is om de vraag te stellen wie of wat na het werkwoord. Bijvoorbeeld: Robert gooide de bal. (Robert gooide wat? Robert gooide de bal. 'De bal' is een direct voorwerp van het gebruikte werkwoord, vandaar dat het werkwoord transitief is.) Priya trapt haar broer wanneer hij haar plaag
Marcus Antonius zei beroemd: "Vrienden, Romeinen, landgenoten, leen me je oren." Mijn leraar zegt dat dit een voorbeeld is van een synecdoche, maar ik begrijp het niet. Is een synecdoche geen onderdeel dat een geheel vertegenwoordigt? kan iemand het uitleggen?
Het beroemde citaat is een voorbeeld van metonymie, niet synecdoche. Synecdoche is een Griekse term die wordt gebruikt om te verwijzen naar een taalkundig apparaat waarbij een deel wordt gebruikt om het geheel weer te geven. Enkele voorbeelden: - "passen" gebruiken om zakenlieden te verwijzen - "wielen" gebruiken om naar een auto te verwijzen Metonymie is het gebruik van een uitdrukking of woord om een andere zin of woord te vervangen, vooral als dat woord verbonden is met het oorspronkelijke concept. Enkele voorbeelden: - "Ik zal je een handje helpen": je zult niet letterlijk een hand ontvan