Twee hoeken van een driehoek hebben hoeken van (5 pi) / 12 en (pi) / 8. Als een zijde van de driehoek een lengte van 4 heeft, wat is dan de langst mogelijke omtrek van de driehoek?

Twee hoeken van een driehoek hebben hoeken van (5 pi) / 12 en (pi) / 8. Als een zijde van de driehoek een lengte van 4 heeft, wat is dan de langst mogelijke omtrek van de driehoek?
Anonim

Antwoord:

#24.459#

Uitleg:

Binnenlaten # Delta ABC #, # hoek A = {5 pi} / 12 #, # hoek B = pi / 8 # Vandaar

# hoek C = pi- hoek A- hoek B #

# = Pi- {5 pi} / 12- pi / 8 #

# = {11 pi} / 24 #

Voor de maximale omtrek van de driehoek moeten we de gegeven zijde van de lengte in aanmerking nemen #4# is de kleinste, d.w.z. zijde B = # 4 # is tegengesteld aan de kleinste hoek # hoek B = { pi} / 8 #

Nu, met behulp van de Sine-regel in # Delta ABC # als volgt

# frac {a} { sin A} = frac {b} { sin B} = frac {c} { sin C} #

# frac {a} { sin ({5 pi} / 12)} = frac {4} { sin (pi / 8)} = frac {c} { sin ({11 pi} / 24)} #

# a = frac {4 sin ({5 pi} / 12)} { sin (pi / 8)} #

# A = 10,096 # &

# c = frac {4 sin ({11 pi} / 24)} { sin (pi / 8)} #

# C = 10,363 #

vandaar de maximaal mogelijke omtrek van de # driehoek ABC # wordt gegeven als

# A + b + c #

#=10.096+4+10.363#

#=24.459#

Antwoord:

Ik zal je de laatste berekening laten doen.

Uitleg:

Soms helpt een snelle schets bij het begrijpen van het probleem. Dat is het geval hoor. U hoeft alleen de twee opgegeven hoeken te benaderen.

Het is meteen duidelijk (in dit geval) dat de kortste lengte AC is.

Dus als we dit instellen op de toegestane lengte van 4 dan zijn de andere twee op hun maximum.

De meest eenvoudige relatie om te gebruiken is de sinusregel.

# (AC) / sin (B) = (AB) / sin (C) = (BC) / sin (A) # geven:

# (4) / sin (pi / 8) = (AB) / sin ((5pi) / 12) = (BC) / sin (A) #

We beginnen de hoek A te bepalen

Bekend: # / _ A + / _ B + / _ C = pi "radialen" = 180 #

# / _ A + pi / 8 + (5pi) / 12 = pi "radialen" #

# / _ A = 11/24 pi "radialen" -> 82 1/2 "graden" #

Dit geeft:

#color (bruin) ((4) / sin (pi / 8) = (AB) / sin ((5pi) / 12) = (BC) / sin ((11pi) / 24)) #

Dus # AB = (4sin ((5pi) / 12)) / sin (pi / 8) #

en # BC = (4sin ((11pi) / 24)) / sin (pi / 8) #

Werk deze uit en voeg alles toe inclusief de gegeven lengte van 4