Antwoord:
Eenheid van actie, plaats en tijd. De meeste Griekse spelen vonden plaats op één locatie, duurde een dag of minder en waren ongeveer één onderwerp (actie).
Uitleg:
Veel moderne spelen gebruiken ook de eenheden. "Long day Journey Into Night" van Eugene O'Neill is er één van. Edward Albee's "Who's Afraid Of Virginia Wolfe" is een andere.
Aanvankelijk hadden Griekse spelen zeer eenvoudige structuren en werden ze complexer naarmate de kunst zich verder ontwikkelde. Aanvankelijk waren er nooit meer dan 2 karakters tegelijkertijd. In de loop van de tijd waren meer tekens toegestaan.
Aristoteles probeerde de educatieve gids voor de kunsten op te schrijven in zijn 'poëtica', die in de loop van een millennium door de kunstenaar uit de Renaissance werd opgenomen nadat hij was geschreven toen hij werd herontdekt.
en.wikipedia.org/wiki/Classical_unities
De basis van een trapezium bestaat uit 10 eenheden en 16 eenheden, en het oppervlak is 117 vierkante eenheden. Wat is de hoogte van deze trapezoïde?
De hoogte van de trapezium is 9 Het gebied A van een trapezoïde met basen b_1 en b_2 en hoogte h wordt gegeven door A = (b_1 + b_2) / 2h Oplossen voor h, we hebben h = (2A) / (b_1 + b_2) Het invoeren van de gegeven waarden geeft ons h = (2 * 117) / (10 + 16) = 234/26 = 9
Vector A heeft een magnitude van 13 eenheden in een richting van 250 graden en vector B heeft een magnitude van 27 eenheden bij 330 graden, beide gemeten ten opzichte van de positieve x-as. Wat is de som van A en B?
Zet de vectoren om in eenheidsvectoren en voeg dan ... Vector A = 13 [cos250i + sin250j] = - 4.446i-12.216j Vector B = 27 [cos330i + sin330j] = 23.383i-13.500j Vector A + B = 18.936i -25.716j Magnitude A + B = sqrt (18.936 ^ 2 + (- 25.716) ^ 2) = 31.936 Vector A + B staat in kwadrant IV. Zoek de referentiehoek ... Referentiehoek = tan ^ -1 (25.716 / 18.936) = 53.6 ^ o Richting van A + B = 360 ^ o-53.6 ^ o = 306.4 ^ o Hoop die heeft geholpen
Van de 200 kinderen hadden er 100 een T-Rex, 70 hadden iPads en 140 hadden een mobiele telefoon. 40 van hen hadden beiden, een T-Rex en een iPad, 30 hadden beide, een iPad en een mobiele telefoon en 60 hadden beide, een T-Rex en een mobiele telefoon en 10 had alle drie. Hoeveel kinderen hadden geen van de drie?
10 hebben geen van de drie. 10 studenten hebben alle drie. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ ~~ studenten hebben ook een mobiele telefoon (ze hebben alle drie). Dus 30 studenten hebben een T-Rex en een iPad, maar niet alle drie.Van de 30 studenten die een iPad en een mobiele telefoon hadden, hebben 10 studenten alle drie. Dus 20 studenten hebben een iPad en een mobiele telefoon, maar niet alle drie. Van de 60 studenten die een T-Rex en een mobiele telefoon hadden, hebben 10 studenten alle drie. Dus 50 studenten hebben een T-Rex en een mobiele telefoon, maar niet alle drie. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ Van de 1