Antwoord:
Zie uitleg.
Uitleg:
Als twee figuren hetzelfde zijn, zijn de quotiënten met lengtes van respectieve zijden gelijk aan de schaal van overeenkomst.
Hier als de kortste zijde is
Dus de gelijkwaardige driehoek heeft zijden van lengtes:
Eindelijk kunnen we een antwoord schrijven:
De langste zijde van de tweede driehoek is
De omtrek van een driehoek is 24 inch. De langste zijde van 4 inch is langer dan de kortste zijde en de kortste zijde is driekwart de lengte van de middelste zijde. Hoe vind je de lengte van elke zijde van de driehoek?
Nou, dit probleem is simpelweg onmogelijk. Als de langste zijde 4 inch is, kan de omtrek van een driehoek niet 24 inch zijn. Je zegt dat 4 + (iets minder dan 4) + (iets minder dan 4) = 24, wat onmogelijk is.
Drie zijden van een driehoek meten 4,5 en 8. Hoe vind je de lengte van de langste zijde van een vergelijkbare driehoek waarvan de omtrek 51 is?
De langste zijde is 24. De omtrek van de tweede driehoek is evenredig met die van de eerste, dus we zullen met die informatie werken. Laat de driehoek met zijlengtes 4, 5 en 8 Delta_A heten en de vergelijkbare driehoek met omtrek 51 is Delta_B. Laat P de perimeter zijn. P_ (Delta_A) = 4 + 5 + 8 = 17 De expansiefactor van de grotere driehoek ten opzichte van de kleinere wordt gegeven door ƒ = (P_ (Delta_B)) / (P_ (Delta_A)), waarbij ƒ de expansiefactor is. ƒ = 51/17 = 3 Dit resultaat betekent dat elk van de zijden van Delta_B 3 keer de lengte van de zijden van Delta_A meet. Dan wordt de langste zijde in de vergelijkbare dri
Een persoon maakt een driehoekige tuin. De langste zijde van het driehoekige gedeelte is 7 voet korter dan tweemaal de kortste zijde. De derde zijde is 3 voet langer dan de kortste zijde. De omtrek is 60 voet. Hoe lang is elke zijde?
De "kortste zijde" is 16 voet lang de "langste zijde" is 25 voet lang de "derde zijde" is 19 voet lang Alle informatie gegeven door de vraag is in verwijzing naar de "kortste zijde" dus laten we de "kortste" maken kant "wordt nu vertegenwoordigd door de variabele s, de langste zijde is" 7 voet korter dan tweemaal de kortste zijde "als we deze zin afbreken," tweemaal de kortste zijde "is 2 keer de kortste zijde die ons zou krijgen: 2s dan "7 voet korter dan" dat zou ons krijgen: 2s - 7, we hebben nu dat de derde (laatste) kant "3 voet