Een persoon maakt een driehoekige tuin. De langste zijde van het driehoekige gedeelte is 7 voet korter dan tweemaal de kortste zijde. De derde zijde is 3 voet langer dan de kortste zijde. De omtrek is 60 voet. Hoe lang is elke zijde?

Een persoon maakt een driehoekige tuin. De langste zijde van het driehoekige gedeelte is 7 voet korter dan tweemaal de kortste zijde. De derde zijde is 3 voet langer dan de kortste zijde. De omtrek is 60 voet. Hoe lang is elke zijde?
Anonim

Antwoord:

de "kortste kant" is #16# voet lang

de "langste zijde" is #25# voet lang

de "derde zijde" is #19# voet lang

Uitleg:

Alle informatie die door de vraag wordt gegeven, verwijst naar de "kortste zijde"

dus laten we de "kortste kant" laten weergeven door de variabele # S #

nu is de langste zijde "7 voet korter dan tweemaal de kortste zijde"

als we deze zin afbreken, "tweemaal de kortste zijde" is 2 keer de kortste zijde

dat zou ons ertoe brengen: # 2s #

dan "7 voet korter dan" dat zou ons krijgen: # 2s - 7 #

vervolgens hebben we dat de derde (laatste) zijde "3 voet langer is dan de kortste zijde"

we kunnen dit interpreteren als de kortste zijplug 3

wat ons zal krijgen: #s + 3 #

dan is de omtrek van een driehoek alle kanten op opgeteld

ons wordt verteld dat dit 60 voet is

dus we kunnen de vergelijking maken:

# 60 = (s) + (2s - 7) + (s + 3) #

we kunnen dan soortgelijke termen toevoegen

# 60 = s + 2s - 7 + s + 3 #

# 60 = 4s - 4 #

voeg aan beide zijden 4 toe

# 4s = 64 #

deel 4 van beide kanten

#s = 16 #

dit geeft ons dat de "kortste kant" is #16# voet lang

als we dit opnieuw aansluiten om de langste zijde te vinden:

# 2s - 7 = 2 (16) - 7 = 32 - 7 = 25 #

dit geeft ons dat de "langste kant" is #25# voet lang

en als we de kortste zijde aansluiten op de derde zijde

#s + 3 = 16 + 3 = 19 #

dit geeft ons dat de "derde kant" is #19# voet lang