We weten het. Als er geweld wordt toegepast
Gegeven,
en,
zo,
Een gewicht van 1,25 kg wordt opgehangen aan een verticale veer. De veer strekt zich 3,75 cm uit van zijn oorspronkelijke, niet-uitgerekte lengte. Hoeveel massa moet je aan de veer hangen zodat deze 8,33 cm wordt uitgerekt?
Onthoud Hookes wet. 2.71Kg De Wet van Hooke heeft betrekking op Kracht die een veer uitoefent op een voorwerp dat eraan vastzit als: F = -k * x waarbij F de kracht is, ka-veerconstante en x de afstand die het zal uitrekken. Dus in uw geval, evalueert de veerconstante : 1.25 / 3.75 = 0.333 kg / cm Om een 8.13cm extensie te krijgen, heb je nodig: 0.333 * 8.13 2.71Kg
Als de lengte van een veer van 32 cm toeneemt tot 53 cm wanneer er een gewicht van 15 kg aan hangt, wat is dan de constante van de lente?
700 N / m De berekening is gebaseerd op de Wet van Hooke en is alleen van toepassing op eenvoudige veren waarbij de afbuiging of compressie niet excessief is. In vergelijkingsvorm wordt het uitgedrukt als F = ky. Waarbij F de toegepaste kracht is in eenheden van Newton. K is de veerconstante en y de afbuiging of compressie in meters. Omdat er een massa aan de veer is bevestigd, is er een afbuiging van 0,21 m. De verticale kracht kan worden berekend met behulp van de tweede wet van Newton als F = ma. Waarbij m de massa van de objecten in kilogram en de gravitationele versnelling (9,8 m / s ^ 2) is. Om te bevestigen of de we
Als de lengte van een veer van 65 cm toeneemt tot 94 cm wanneer er een gewicht van 5 kg aan hangt, wat is dan de constante van de lente?
Maak eerst een gratis body-diagram. Laten we dit uitzoeken. Een 5 kg komt in evenwicht met de veer en aangezien de doos niet in beide richtingen versnelt, is de netto kracht nul. We zouden het gewicht van de doos gelijk stellen aan de kracht op de veer oftewel de herstelkracht. De wet van Hooke luidt: F = -kx waarbij k de veerconstante is in N / m en x de verandering in verplaatsing van de veer uit het evenwicht is positie in m * We kunnen in dit geval het (-) - teken negeren omdat dat aangeeft dat de kracht een herstellende kracht is. Door de krachten gelijk te stellen aan elkaar krijgen we: kx = m * gk = (m * g) / xk = (