Ten eerste is het bereik van de cosinus-functie -1; 1
# Rarr # daarom het bereik van # 4cos (X) # is -4; 4
# Rarr # en het bereik van # 4cos (X) + 2 # is -2; 6
Ten tweede, de periode # P # van de cosinus-functie wordt gedefinieerd als: #cos (X) = cos (X + P) # #rarr P = 2pi #.
# Rarr # daarom:
# (3theta_2 + 3 / 2pi) - (3theta_1 + 3 / 2pi) = 3 (theta_2-theta_1) = 2pi #
# Rarr # de periode van # 4cos (3theta + 3 / 2pi) + 2 # is # 2 / 3pi #
Derde, #cos (X) = 1 # als # X = 0 #
# Rarr # hier # X = 3 (theta + pi / 2) #
# Rarr # daarom # X = 0 # als #theta = -pi / 2 #
# Rarr # daarom is de faseverschuiving # -Pi / 2 #